Letland

Natuurreis van 8 t/m 17 juli 2006 door Eco Tourist Services


Vooraf: Na mijn natuurreis in 2003 naar Estland is nu mijn keuze op het middelste land van de Baltische staten gevallen. De deelnemerslijst vermeld 12 personen. Daar de reisbegeleider Jan van der Veen in het te bezoeken gebied woont, wordt ieder verzocht individueel via Schiphol naar Riga te reizen.


Zaterdag 8 juli


Half vier begint voor mij deze reisdag. Buiten is het stil met een aangename temperatuur. Brood klaarmaken voor onderweg en de laatste dingen in de rugzak stouwen. Even over vier rijdt Martin voor. Koffer en rugzak inladen en dan afscheid nemen van Tecla. Het is op dit uur zeer rustig op de weg. Onderweg enkele regenspetters op de voorruit. Halfzeven zijn we op Schiphol. Martin gaat mee naar de vertrekhallen en we nemen een grote mok koffie. Martin gaat weer huiswaarts en ik ga naar de incheckbalies van de KLM in hal 2. Er staan tientallen terminals waaruit je zelf je boarding pass moet halen. Paspoort onder een scanner en de vluchtbestemming opgeven. Na controle intern valt de boarding pass met alle gegevens er uit. Koffer afgeven en na de verplichte pascontrole kom ik in de vertrekhallen. Daar er geen gezamenlijk ontmoetingspunt is afgesproken weet je nu nog niet wie je medereizigers zijn. Vanuit een foto in een weekblad herken ik Hans die ook op de deelnemerslijst staat. Even later zie ik nog een medereiziger die ook de reis naar Estland heeft gemaakt. Even voor negen is het boarding time. Met een bus maken we een rit over een groot deel van Schiphol. Op een grote parkeerplaats staan verschillende KLM toestellen van het type City hopper. Een klein toestel met 85 zitplaatsen. Ik zit met een Letse vrouw op de achterste rij. Na een vlucht van bijna twee uur landen we op het vliegveld van Riga. Nicolien en Rudie zijn een dag eerder gereisd en staan met Jan van der Veen ons op te wachten. De groep verzamelt zich nu en kennismaking volgt. Hier kan men geld wisselen. Ik wissel € 20 in. Met een koers van 0.693 krijg ik LVL 13,86 terug. Met de koffers naar de parkeerplaats waar de groep verdeeld wordt over een 8 personen busje met airco bestuurd door Andries een Letse chauffeur en de landcruiser met arko van Jan. We verlaten de luchthaven die ruim van de stad Riga ligt. Na enige kilometers 4 baans wegen komen we op een brede 2 baans weg, de A-9. De volgende stad Liepāja ligt 209 km verder. Na een halfuur een stop bij een wegrestaurant met een eigen bakkerij. Ieder kan een koele drank uitzoeken terwijl Jan lekkere broodjes koopt. Onze eerste lunch in grote partytent. Boerenzwaluwen proberen het muggenbestand in toom te houden. Mijn eerste en voorlopig ook de laatste uitgave is 15 centimes voor een sanitaire gang. We vervolgen de reis want na Liepāja volgt nog 42 km naar onze standplaats Rucava. Het is rustig met het verkeer. Maximum snelheid op goede delen is 90 km/uur. Ruim zicht op het landschap met regelmatig een verscholen boerderij op afstand. Weinig vogels op de droge akkers. Een bruine kiek zweeft over het landschap met regelmatig stappende ooievaars op de gemaaide hooiakkers. Na nog een sanitaire stop bij een tankstation gaat het weer verder. Ik zie nog een buizerd, witte kwik, blauwe reiger en op een meertje een paartje knobbelzwanen. Door de buitenwijken van Liepāja komen we op de A-11 die zuidwaarts gaat naar Litouwen. Even voor zes uur passeren we het bordje Rucava. Voor het centrum met kerk en kruidenier slaan we links af. Het asfalt gaat over in een steenslagverharding. Hier draaien we de oprit in van Bajāri. Één van de drie gasthuizen die Jan heeft uitgezocht. Bajāri is een houten woonhuis op een groot erf met drie grote houten schuren. In de voortuin zijn nog grote fundamenten zichtbaar, de overblijfselen van een herenhuis uit vroegere tijden. De verdeling van de slaapplaatsen gaat vrij. Hier kunnen twee paren en twee enkelen slapen. Dit lijkt mij wel een mooie plaats en meldt mij voor een enkele plaats. Hans ziet dit ook wel zitten. Twee echtparen Jaap, Riet en Nico met Arja zien dit ook wel zitten. Wij kunnen met de koffers naar onze kamers. Het Bajāri echtpaar die in het dorp woont, is al lang bezig met ons gezamenlijke diner. Het smaakt goed en er is ruim voldoende. Marchien en Ad krijgen op 5 minuten loopafstand ieder een kamer in het dorp. De laatste vier Rudie, Nicolien en Liesbeth met Marcel wonen 8 km verder weg het bos in. Maar afwachten hoe die het daar vinden. Op grote groepen zijn ze hier nog niet ingesteld. Als Jan hier niet woonde zou je ook niet zo snel hier wat zoeken. Na het eten ga ik met Hans en Arja een kleine verkenningstocht rond de boerderij maken. In mijn aantekenboekje staat: landkaartje, ekster, bont zandoogje, steenhommel, distelvlinder, GBS, boswitje, gestreepte vuurwants, 7stipper, blauwe breedscheenjuffer, zwartspriet dikkopje, grauwe klauwier, veldleeuwerik, kleine vuurvlinder en heideblauwtje. Een mooie lijst voor een avondwandeling in je direkte tijdelijke leefomgeving. Even napraten en dan mijn bed opzoeken voor de nodige nachtrust.


Zondag 9 juli


Halfzeven gaat mijn wekker. Hans loopt al buiten en is geïnteresseerd in kleine zangvogels. Na het horen van een deuntje doet hij verwoede pogingen om ook de vogel in de kijker te krijgen. Naast onze boerderij loopt een zandweg naar achteren. In de verte staan nog enkele woningen die hier gebruik van moeten maken. Er staan ook twee nieuwe woningen die bij nader bekijken er al jaren staan en nooit zijn afgebouwd. In het hoge gras rond de woningen hoor ik een alarmgeluid. Een zangvogeltje zit op een hogere bloemstengel en vindt mij een indringer. Het geluid horende denk ik aan een roodborsttapuit. Mijn verrekijker zegt me dat het een vogel is met een grote lichte wenkbrauwstreep en dus moet het een paapje zijn. Het is de eerste van meer dan honderd paapjes die ik de komende dagen nog te zien krijg of zijn alarmroep hoor. Het donkere geluid van een raaf komt uit een bosje iets verder op. De koekoek roept ook hier zijn eigen naam. De geelgors is in dit landschap een vaste bewoner. Een mooie zanger die in het westen van ons land al jaren niet meer voorkomt. Het hanengekraai hoor je rond om je heen. Weer bij de boerderij zingt de zwartkop en in de boomgaard rabbelt een tuinfluiter zijn deuntje af. Op het program staat acht uur ontbijt, maar hier lopen de tijden wat anders. Jan die 10 minuten verderop woont, komt met zijn terreinwagen het erf op. Het Bajāri echtpaar is ook met de auto gekomen en maakt het ontbijt klaar. Jan schikt bij ons aan het ontbijt. Een rijkelijke tafel met meest eigen produkten. Alles is lekker, donker brood, salade, gekookte eieren, kaas, worst en eigen gemaakte aardbeienjam. Alles weg te spoelen met rijkelijk koffie en lindebloesemthee. Marchien en Ad komen lopend van hun gasthuis “Saktas” naar ons toe. Even later komt Viktors de eigenaar van Šimji met zijn terreinwagen Rudie, Nicolien en Marcel met Liesbeth brengen. Bajāri is het gezamenlijke vertrekpunt. De vier bij Šimji hebben het ook getroffen. Viktors is jager en heeft de gastverblijven passend ingericht. Geweien aan de wand en huiden van wilde zwijnen bedekken de houten vloerplanken. Marchien en Ad hebben geen grote verhalen. Ons huurbusje van Andries komt ook binnen en dan is het instappen. Eerst naar de kruidenier in het dorp. Een gekoelde winkel met een ruime sortering. Jan koopt onze lunch in. Een Lutherse kerk staat aan de overzijde van het grote dorpsplein. In het bushokje zit een vrouw te wachten op de bus. Twee mannen naast het hokje praten over het zomerse weer. Ik loop naar het openbare toiletgebouw. De inrichting is uit lang vervlogen tijden. Een porseleinvlinder op een boomblad warmt zich op. Huiszwaluwen hebben een verlaten gebouw tijdelijk gekraakt. Met een grote voorraad water en onze veldlunch verlaten we het dorp. De A-11 oversteken om na 10 minuten te stoppen bij de ingang van het Dabas Parkā “Pape”. Klaarmaken voor onze eerste wandeling. Ieder neemt zijn eigen watervoorraad mee. De lunchvoorraad wordt over enkele rugzakken verdeeld. Met een temperatuur rond de 30 graden kiest Jan voor een vrije wandeling dwars door de velden en bossen. Een grote weerschijnvlinder zwaait ons uit. De groep volgt Jan want die zet de route uit. Geniet van de omgeving met alles wat hier leeft, groeit en bloeit. Mijn 60mm macrolens op mijn Canon 350-D moet zich nu bewijzen. Veel tijd om uitvoerig de levende wezens te fotograferen is er niet. Bij het zien van de grote vuurvlinder de gelegenheid voor enkele opnamen. Hun neefje het morgenrood is hier ook een algemene bewoner. Verder zie ik blauwe breedscheenjuffer, gouden tor, watersnuffel, groot dikkopje, zwartspriet dikkopje, 4vlek, heideblauwtje, heikikker en parelmoervlinders die ik op zicht niet op naam kan brengen. Op een open vlakte dicht bij het meer graast een kudde zwart vee. Dit is een van de acht begrazing projecten waar Jan bemoeienis mee heeft. We krijgen uitvoering uitleg over zijn werk met de konikspaarden die uit Nederland zijn overgebracht. Een kraanvogel vliegt uit het moeras op. In een dode boom zit een gekleurde vogel te zingen. De vogelaars richten hun verrekijkers en al snel valt de naam roodmus. Dit is de gelegenheid om mijn 70-300 lens met stabilisator op te zetten. Een paapje komt bij de roodmus op bezoek en samen worden ze digitaal vereeuwigd. Ook nog een klapekster wordt door de groep waargenomen. Mijn 3 liter watervoorraad is voor de helft opgebruikt. Vaste bewoners van dit gebied begeleiden ons al vliegend op onze strooptocht. Als tijdelijke aandenken willen ze iets van ons zweet en enkelen fanatiekelingen willen bloed zien. Tijd voor een lunchplaats in de schaduw. Vier sneetjes bruinbrood, twee tomaten en een nectarine neem ik van de gezamenlijke veldlunch. Een groot deel van de groep gebruikt deze tijd om hun lichaam de nodige rust te geven. De jeugdigen gaan op zoek naar een bijzondere bloem of de vele soorten mossen op de boomstammen. Hans rust op zijn klapstoeltje uit. Ik struin rond om te ontdekken wat hier leeft. Om halfdrie klaarmaken voor vertrek. Op een vochtig deel in het bos vliegen twee keizermantels. Met enig geluk een exemplaar redelijk op de foto gekregen. De route gaat door stukken bos afgewisseld met grote verlaten graslanden. Bij twee verlaten huizen maken we nog een pauze. Bij een beek vliegen de mooie vol blauwe bosbeekjuffers. Op een klein zandstrandje ligt een jonge ringslang. Routepaaltjes volgen is er hier niet bij. Gewoon Jan volgen en dan komt met vanzelf weer op een steenslagweg uit. Via zijn mobieltje heeft hij het huurbusje opgeroepen. Zijn eigen terreinauto wordt door zijn schoonzus gebracht. Terug naar Bajāri waar we gezamenlijk avondeten. Mijn bezwete kleding naar de waslijn. Opfrissen en dan met de gehele groep aan tafel. We eten er goed van. Jan geeft bij enkele produkten uitleg. Vanavond wordt de voetbalfinale Italië-Frankrijk gespeeld. De TV in de eetkamer wordt door de eigenaar ingesteld zodat er voor de liefhebbers gekeken kan worden. Jan komt nog even langs en brengt ons vier flesjes koel bier met een zak knabbelchips. Mijn flesje gaat de koelkast in. Maak nog een rustige wandeling over de velden achter onze boerderij. Een hoge brandtoren is bij dit warme en droge weer overdag bezet. Zijn bromfiets staat tegen de schuur. Direkt achter het erf een klein aardappelveld. Een groot brandgat in een ruig grasland wordt door de plaatselijke jeugd als zwembad gebruikt. Twee grauwe klauwieren zitten op de spandraden van de brandtoren. Struin door een grasveld waar het heideblauwtje, bruinzandoogje, zwartsprietdikkopje en koevinkje dankbaar gebruik maken van de avondzon. Italië staat met de rust voor als ik mijn rustplaats opzoek.


Maandag 10 juli


Zeven uur zonder wekker wakker. De zon schijnt al volop, het is windstil. Het wordt weer een warme dag. Het is maandag de werkweek vangt aan. Woonwerkverkeer kennen ze hier niet. Het is stil op de toegangsweg naar het dorp. De buurman brengt zijn koe al lopend naar een droog perceel grasland. Drie raven vliegen in formatie over mij heen. Enkele foto’s van de omgeving gemaakt. In de verte zie ik de auto van Jan aankomen. Goed acht uur zitten we aan het ontbijt. Weer een uitgebreide keuze. Ieder eet meer dan thuis. Tegen negen uur is de groep weer compleet. Vija de jongere zus van Jan zijn vrouw loopt met ons mee. Zij werkt bij de gemeente en heeft een week vrij genomen. Jan vertelt dat we vandaag een lange route hebben. We lopen langs het Papemeer en willen de noordelijke kop ronden met als eindpunt Pliķu kapi, een begraafplaat aan de kust waar schipbreukelingen zijn begraven. Van enkele gezichten kan ik de inspanning van de vorige dag nog aflezen. De spotvogel zingt als wij vertrekken. Bij de kruidenier zingen putters. Na de nodige inkopen naar onze startplaats. Onderweg kruist een gaai het stoffige steenslagpad. Bij de ingang staan nog enkele auto’s met bezoekers. De meeste komen om de kudde konikspaarden en het gefokte zwartvee te bekijken. Op een grote weide omringd met bos staat de gemengde kudde bij elkaar. Deze plaats is door hun zelf gekozen. Een zuchtje wind verkoelt de dieren en daardoor minder last van muggen en dazen. Een groep spreeuwen met enkele witte kwikken en één gele houden de grote grazers gezelschap. Als je zo’n kudde jaren lang zomer en winter volgt op hun leefwijze en gedrag dan kun je er ook uren over vertellen. Deels staan en zittend in de volle Letse zon luisteren we naar de ervaringen van Jan. Als we nog 15 km voor de boei hebben dan moeten we het tempo van wandelen iets verhogen. We volgen een breed pad maar nemen al snel een veepad door het riet die naar een drinkplaats leidt. We kijken uit over een meer met dikke rietkragen. Een paartje knobbelzwanen in de verte. Kleine karekiet in het riet. Bonte kraai op het modderige strand. In de verte hoor ik een tureluur. Op het water vliegen enkele watersnuffels. De grote roodogen zitten op drijvende leliebladen. Terug naar het routepad. Een welkome stop voor een plotselinge sanitaire behoefte. Dan een bezoek aan een oude beverburcht. De ringslangen gebruiken het nu als broedplaats. Om twee uur gaan we weer richting open water. Een kleine aanlegsteiger met enkele roeiboten is ons decor voor de lunch. Vija neemt een duik in het lauwe water. Dit nodigt ook enkelen van ons uit om hier hun zwemkunst te tonen. Bij een heerlijk windje krijgt men hier het Zwitserleven gevoel. Na een middagslaapje moet de karavaan verder. Om halfvier komen we op een kruising van wegen met een overzichtsbord van het Pape gebied. De route gaat linksaf door het broekbos, duinen en strand. Volgens Jan nog ongeveer 6 km. Hans geeft aan hier liever te stoppen. Vervoer vanaf hier kan geregeld worden. Ik geef ook aan dat ik hier stop. Even later besluiten Rudie en Nicolien het zelfde. Jan belt met Andries en zegt dat we na een half uur gehaald worden. De groep gaat links af richting eindpunt. De achterblijvers zoeken een rustplaats in de schaduw van een groepje bomen. Naast ons loopt het Tukleru kanāls. Een sluis regelt het waternivo. Kinderen uit een verderop gelegen boerderij komen op de fiets aan om hier te zwemmen. Een grote libel vliegt regelmatig zijn rondje rond het bosje waar we zitten. Een foto van hem nemen kan men wel vergeten. Ik heb net mijn blik gericht op paapjes die langs de waterkant foerageren als Rudie een kreet geeft. Zijn bezwete gezicht is uitgekozen als tijdelijke landingsplaats. Dan moet je snel handelen daar Rudie aangeeft het enge beest weg te willen jagen. Mijn snelle AF komt nu goed van pas. De libel kiest noodgedwongen weer het luchtruim als ik de genomen opnamen nader bekijk. Het is mijn eerste bruine glazenmaker die ik digitaal vastleg. Ook het paapje gaat met de 300 mm (480) lens op de foto. Bruine kiekendieven komen regelmatig langs. Hoog in de lucht vliegt nog een schreeuwarend. Langs de waterkant verschillende watersnuffels en de variabele waterjuffer. De metaalglanslibel heeft zijn vaste route langs de oever. Na ruim meer dan een halfuur komt het busje. Hij is met zijn vrouw en zoon naar Liepāja geweest voor inkopen en dat is iets uitgelopen. Zijn zoon spreekt enkele woorden Engels. Om vijf over zes zijn we terug bij Bajāri. Eerst allemaal onder de douche. Na een halfuur komt het busje ons halen voor het avondeten bij Šimji. Het dorp uit de A-11 op richting grens. Na 5 km linksaf het bos in. Hier en daar een bewoonde woning. Na 3 km over smalle steenslagwegen komen we bij de laatste woning. Hier verblijft een deel van onze groep. Een mooi stekkie voor de echte natuurliefhebber. De doorzetters hebben het eindpunt bereikt. Het deel door het natte broekbos was het stug doorlopen en zoveel mogelijk blote huid bedekken. De ligstoelen op het grasveldje zijn bezet. De wandelschoenen met sokken staan in de zon te drogen. Marcel en Liesbeth laten hun slaapzitkamer zien. Geweien van herten hangen aan de wand. Ook verschillende pelzen sieren de wand op. Dat de eigenaar jager is mag duidelijk zijn. Aan de overkant van de weg ligt een groot brandgat. Enkelen maken hier gebruik van om een baantje te trekken. We eten buiten. De soep is rood en steenkoud. De kleur komt van rode bieten. Naast gekookte aardappelen met salade wordt gebraden wildzwijn opgediend. Het frisdrankje blijkt eigen gestookte bosbessen likeur te zijn. Na een slok wordt de rest met liefde ontvangen door mijn overbuurman. Een groot toetje versierd met bosbessen na. Met nog volop zon zijn we om halftien op ons eigen stekkie terug.


Dinsdag 11 juli


Voor de verandering sta ik om vijf uur op. Om de anderen niet wakker te maken ga ik door het slaapkamerraam naar buiten. De muggen onder het dakoverstek vinden nu plotseling de weg vrij om mijn kamer te inspekteren. Het is windstil, een laagje nevel zweeft boven een akker die tegen de bosrand ligt. De plek waar de zon opkomt, is duidelijk te zien. De raven zijn ook al wakker en de geelgors is er ook vroeg bij. Een merel scharrelt onder de fruitbomen. Het is heerlijk om een wandeling te maken door deze omgeving. Geen verkeer alles ligt er vredig bij. Een haan kondigt de dag aan. Dan komt op het zandpad achter ons twee fietsers aan. De man passeert als eerste op een fiets die je niet zo gauw steelt, een vrouw volgt op redelijke afstand. Als dit een echtpaar is dan hebben ze vermoedelijk ruzie gehad. De zon staat nu vol boven de horizon. Voor de vlinders en andere levende wezens is het nu tijd om een plekje zoeken voor het opwarmen. Achter de grote schuur waar hoog gras met verschillende soorten bloemen groeit, is zo’n plek. Met de nodige voorzichtigheid en rekening houden met mijn eigen schaduw kun je dan mooie opnamen maken. Zo gaat het boswitje, geelspriet dikkopje, bruin zandoogje, koevinkje, boomblauwtje, heideblauwtje, een parelmoervlinder, 7stiper en een bijenwolf op de foto. Het wordt tijd om toilet te maken en de rugzak vullen want we gaan vandaag bootje varen. Op de ontbijttafel staat naast een ruime sortering nu ook ééndagskaas gemaakt van zure melk. Naast het bruinbrood ook nog rozijnen brood. Om tien over negen is de groep weer verzameld. De spotvogel in onze tuin laat al zijn varianten in zang horen. Inkopen en dan naar het boat station bij Pape. Jan heeft vier tweepersoons kano en twee kano’s voor drie personen gehuurd. Verdeling over de boten gaat vanzelf. Wat de voor- en achterkant van de kano is kan men volgens kenners zien aan de stand van de dwarsplankjes in de boot. Ik ga met Jan en Ad in een driezitter. Ieder heeft zo zijn eigen ervaring met deze sport. Voor de ene is dit de eerste keer en de andere heeft een jarenlange ervaring. Na mijn kanotocht in Noordoost Polen is dit dus de tweede. Routebordjes zijn ook hier niet te zien. Onze boot moet de snelheid en de vaarrichting aangeven. Volgens Jan geeft een smalle vaargeul door het hoge riet toegang tot het grote open water. We sturen behendig onze smalle bootjes door het riet. Het peddelen wordt wat moeilijker om reden dat het water onder de boot steeds minder wordt. De peddels worden nu als drukboom gebruikt totdat het zweet duimdik op mijn voorhoofd staat en de boot vast ligt op een modderige laag. Crisisberaad volgt. Omkeren is uitgesloten dus is er maar één manier om de boten over de modderberg te drukken. Een paar flinke mannen en Vija offeren zich nu op om met hun voeten de vaste bodem op te zoeken. De één vindt dit maar niets terwijl de anderen dit als een uitdaging beleeft. Het open water komt in zicht. Nu met de nodige voorzichtigheid de kano’s weer in en dan het modder van de benen afspoelen. In een lang lint peddelen we nu over open water, door velden waterlelies, ezelskoppen en biesmat. De zon schittert op het water dus een zonnebril is nu geen overbodige luxe. Oeverlibellen vliegen voor ons uit. Tegen een rietkraag dobbert een paartje knobbels. Oriëntatie op de zonstand en de contouren van het vaste land achter de brede rietkraag. Dan een korte pauze met de bootkoppen op een verlandingszone. Ervaringen uitwisselen hoe er gepaddeld moet worden. We moeten verder want de lunchplek is nog ver. Geniet van de ruimte en de stilte. Jan moet zich regelmatig oriënteren op de omgeving. Hij komt hier ook niet alle dagen. Een grote zwerfkei in het water wijst ons de richting waar een kleine plek is waar we aan wal kunnen. Een groepje sterns gebruikt deze steen als rustpunt. Na enig zoeken langs de rietkraag vinden we het kleine strandje. Onze stramme ledematen hebben we nu vaste grond onder de voeten. Een smal pad door het riet begint met een diepe waterpoel. Dus schoenen uit. Met de rugzak om lopen we door het riet naar een hoger gelegen plek. Onder een groep bomen staat hier een ware picknicktafel. Een schommel hangt aan een dikke tak van een linde. Na een lange peddeltoer moet nu de accu weer opgeladen worden. Een mooi rustig gebied waar maar weinig bezoekers komen. Een rondje in de direkte omgeving levert de volgende waarneming op: landkaartje, atalanta, citroenvlinder, metaalglanslibel, zwartspriet dikkopje, koevinkje, bruin zandoogje, morgenrood, aard- en steenhommel en een smalbok. Enkelen van ons kijken ook regelmatig naar boven en dat is maar goed ook. Een grote vogel wordt door een paar kleintjes verjaagd. Het blijkt al snel dat die grote vogel de vorm van een deur heeft en dan moeten die kleine vogeltjes een paar bruine kiekendieven zijn. Familie van die grote vogel woont sinds kort in de Oostvaardersplassen.

Het uitrusten moet door de tijd onderbroken worden. Op de terugweg hebben we wind tegen. We paddelen nu deels op ervaring. Regelmatig de paddel wisselen van stuurboord naar bakboord kant. De stuurman achter in de boot moet daar op reageren want anders raken we uit de koers. Een nodige stop tussen de hoge stengels van biesmat. Als het konvooi weer compleet is wordt de route vervolgd. Menigeen maakt zich zorgen om op het eind weer door de modderpoel te gaan. Vija denkt een alternatieve route te kennen. Ze vaart langs rietkragen op zoek naar een vaarbare doorgang. Ze komt nu in het gebied van een roerdomp die de confrontatie niet aangaat en op de wieken gaat. We volgen openwater en zien in de verte het huis van de bootverhuur. Onze beginroute zien we niet meer en komen met genoeg water onder de boot om kwart over vijf weer bij de aanlegsteiger aan. Toch een mooie tocht met weer een ervaring rijker. Je kunt hier uitrusten maar je kunt ook door de duinen naar het strand gaan is de keuze die we hebben. Het busje komt om halfzeven. Met een kleine groep kies ik voor het strand bij de vuurtoren. Mooie hoge branding met verschillende badgasten op het strand. Het nodigt wel uit voor een duik. Mijn zwembroek zit veilig in de koffer dus is de witte onderbroek een goed alternatief. Het paddelzweet van het zoete Papemeer wordt nu afgespoeld door het zilte water van de Oostzee. Laten drogen op het strand. Om halfzeven vertrek naar de boerderij van Jan. Wij worden begroet door drie honden en ontvangen door zijn vrouw met drie kinderen. Met haar vriendin is zij in de tuin bezig om vlees te roosteren van een jonge geitenbok die Jan geslacht heeft. Onder de bomen staat een rij tafels met banken en stoelen. Hun huis is van hout evenzo de drie grote schuren. Het husie staat achter de schuur. Op een perceel met hoofdzakelijk kamille lopen geiten los rond. Enkele oudere melkgeiten staan aan de lijn. Konijnen drukken hun snuit door de tralies als we ze bewonderen. Een kalkoen loopt met drie kippen over het erf. Na een kleine rondleiding over zijn erf is het aanschikken. Het gegrilde geitenvlees smaakt uitstekend. Ook het bewerkte geitenmelk vind ik lekker. Er is meer dan genoeg. De honden knabbelen de botjes af en ook de kippen delen in de tafelresten. Zelfs de kalkoen scharrelt op enige afstand rond ons heen. Als iedereen met een meergewicht van tafel gaat moeten de geiten van het veld gehaald worden. De stikken van de leidgeiten lostrekken waarna de kudde in tempo naar de stal gaat. Enkele geiten moeten nu gemolken worden. Dit is het werk van de vrouw des huizes. Dan met de kruiwagen naar een weide waar voer voor de konijnen gemaaid moet worden. Jan heeft net een nieuwe Letse steel aan zijn zeis gezet. Hij maait enige streken om te laten zien hoe dit moet. Liefhebbers melden zich om ook hun kunsten te vertonen. Er blijft meer staan dan er gemaaid wordt. Alles wordt bij elkaar geharkt door zijn vrouw. Met een kruiwagen vol richting konijnen. Deze kunnen nu weer een dag vooruit. In het geitenveld daalt een vogel neer. Dit vluchtgedrag ken ik niet. Loop langzaam naar de plek toe om de vreemde vogel nogmaals in zicht te krijgen. Inderdaad vliegt hij weer op om een akker verder te landen. Als ik Jan dit vertel en vraag of hij wel eens een kwartel op zijn land heeft gehoord moet ik eerst het geluid nabootsen. Het geluid komt hem bekend voor. Voor de eerste maal heb ik nu een kwartel zien vliegen. Nog een glas drinken en dan afscheid nemen van de familie van der Veen. Om halfelf lig ik met een goed gevoel in bed.


Woensdag 12 juli


Goede nachtrust gehad. Voor het ontbijt aan eerst met de 300 mm lens naar achteren om de klauwieren in de ochtendzon op de foto te zetten. Het is wederom windstil met een strak blauwe lucht. In de bloeiende lindebomen zoemen de bijen. Even voor acht uur komen mijn medebewoners naar buiten. Hans is op zoek naar kleine zangvogels. Na hun zang wil hij zelf de bijpassende naam noemen. Hij is bezig met een eigen vogelboek dat komend voorjaar uitgegeven wordt. De waterpomp in de tuin slaat regelmatig aan. Een teken dat er water wordt afgetapt. Zicht op een holle boom waar drie koolmezen een inspektierondje houden. Plots meldt zich ook een boomklever bij het trio-tje. Wij worden geroepen voor het ontbijt. De tafel is weer rijkelijk voorzien. De gastvrouw spoort ons ook nog aan om veel te eten. Vandaag staat een verkenningstocht langs de grensrivier Sventāja op het programma. Het huurbusje brengt een deel van de groep naar het beginpunt van de wandeling. Jan gaat met zijn auto eerst inkopen en komt even later met veel flessen water en eten voor de lunch. Ons startpunt is een gedenkteken opgebouwd uit bewerkte houten stammen met daarin gesneden de tekst “RUCAVAS MUI¤A” Een plaats waar de eerste mensen van Rucava zich vestigden. Vanhier uit een mooi zicht op een breed stroomdal met stuifduinen, bossen en verlaten weilanden. Een hoogspanningsleiding ontsiert het weidse landschap. We maken ons klaar als plots een grote weerschijnvlinder een swarovski verrekijker uitkiest voor een tijdelijke rustplaats. Een goede opname moet dan snel gemaakt worden. We dalen af tussen de vele bloeiende bloemen die dit schrale land kleur geven. Vlinders fladderen voor ons uit. Een boszandloopkever heeft geen tijd voor een mooie foto. Dan naar Leju Svētavots, een plek waar het kwelwater van de stuifduinen omhoog borrelt. Het water is lekker koel. Deze bron werd vroeger voor het koel houden van melk gebruikt. Lopend over de verlaten akkers zien we aardbeiplanten in rijen tussen het gras staan. De kleine rode aardbeien zijn zongerijpt met een zoete smaak. Het bos in waar zoemende bewoners hun domein hebben. De geur van menselijk zweet heeft een bijzondere aantrekkingskracht op deze levende wezens. We bereiken de grensrivier Sventāja, een kronkelende stroom van gemiddeld vijf meter breed. Stroming zit er nu niet in. Bosbeekjuffers vliegen langs de waterkant. We volgen de rivier een tijdje. Een gemarkeerd wandelpad ontbreekt hier volkomen. Mijn gedachten gaan terug naar 1963 toen ik in Suriname ook een tracé moest banen langs een oerwoudkreek. De bevers van hier waren daar de kaaimannen. Soms moeten we de loop van de rivier verlaten om een van de vele dode armen te ronden. Lopend door de hoge vegetatie zoeken naar een loopbare ondergrond. Oppassen voor de beverslootjes. De laatste open poelen zijn dicht gegroeid met krabbescheer. De groene glazenmaker is gebonden aan dit wereldje. Langs de bosranden paradeert de bruine glazenmaker, zo hebben ze elk hun gebied om te overleven. Bij een oude zandgroeve maken we onze lunchbroodjes op. Tijd genoeg voor een goede verkenning van dit gebiedje. Veel klein geaderd witjes vliegen hier rond. Op een natte zanderige plek drinken ze van het vocht. Bevat misschien wel mineralen. Een blauwtje scharrelt ook op de zanderige bodem rond. In de kijker herken ik een boomblauwtje maar dan met enkele rode vlekken op de onderkant achtervleugel. De camera in aanslag om met een langzame tijgersluipgang deze onbekende te benaderen. Het geluk is weer met mij om dit staartblauwtje digital aan mijn fotoarchief toe te voegen. In een steile zandwal hebben oeverzwaluwen hun nestgaten uitgegraven. Ze vliegen hoog boven mij en scheren over een plasje die in de zandgroeve is ontstaan. In de zon ligt een zandhagedis zijn middagdutje te doen. Oeverlibellen en grote roodoogjuffers vliegen rond. Mijn lijst wordt nog aangevuld met: zwartsprietdikkopje, koevinkje, gewone panserjuffer, citroenvlinder, aurelia en het klein koolwitje. Langzaam ontwaakt de groep in de schaduw van naaldbomen. De rode bosmieren hebben het gebiedje nu weer alleen. De middagroute begint met een werkbezoek aan een waterkering die door de bevers is ontworpen en gebouwd. Deze eenvoudige jongens regelen zelf de waterstand voor een leefbare omgeving. In Nederland hebben we daarvoor ingenieurs van Rijkswaterstaat nodig. Voor het bouwen komen alleen gespecialiseerde aannemers in aanmerking. Tegen de flauwe helling van het dal rijdt een traktor met maaibalk over een droog grasveld. Negen stuks ooievaars stappen met grote passen over het gemaaide op zoek naar voedsel. Dan vliegt een vogel met snelle slagen op en verdwijnt uit het gezicht. Even denk ik aan een wintertaling maar kenners in de groep houden het op een kwartelkoning. We verlaten het brede stroomdal en volgen een breed pad die ons na een mooie tocht bij het eindpunt Šimji brengt. De vier die hier zijn ondergebracht zijn nu thuis. De anderen ontdoen zich van de bezwete kleding en schoeisel om dan dankbaar van de ligstoelen gebruik te maken. Achter hun boerderij ligt een stuk grasland tegen een groot bos. Zie heideblauwtjes en zwartsprietten. Een grote lijster laat zich even zien. Het is de bedoeling dan we kennis kunnen maken met een echte Letse sauna. Eerst een hapje eten vooraf. Ruta de schoonzus van Jan is speciaal gekomen om het vrouwvolk te behandelen. Vijf dames melden zich vrijwillig en verdwijnen in het houten saunagebouwtje. Jan vertelt iets over de behandeling. Na een dag vol inspanning is dit een mooie afsluiting. Ook vijf mannen gaan ervoor. Kannen met warme thee gaan het saunagebouwtje in. Ruta komt na elke behandeling even naar buiten om uit te rusten en te drinken. Eindelijk komt de laatste dame als nieuw geboren uit het gebouwtje. De vijf heren worden verzocht om zich klaar te maken. Handdoek en schoon ondergoed mee. In adamskostuum theedrinken in het voorverblijf. Viktors de eigenaar van Šimji vertelt wat er gaat gebeuren wat Jan kort in het Nederlands vertaalt. Samen het zweethok in. Ik zit naast een hoop veldkeien die een enorme hitte uitstralen. De luchttemperatuur moet 80 graden zijn. Een mok met water op de stenen doet de vochtigheid naar grote hoogte stijgen. Even denk ik aan een vliegtuig waar in noodgevallen een zuurstofmasker uit het plafond valt. Boven mij is niets te zien. Rustig blijven is het enige wat je kan redden. Het zweet verlaat nu in hoog tempo het lichaam. Dan mogen we het zweethok verlaten om na een lauwe douche de kannen met thee leeg te maken. Nu moet de eerste weer terug naar het hok om al liggend de massage met een bosje boomtwijgen te ondergaan. Alle luie poriën worden nu gedwongen om ook open te gaan. De masseur zweet nog meer dan de rustende op de bank. Als hij zijn werk heeft gedaan kun je de bladeren van je lichaam afspoelen en weer gaan drinken. Na nog een koude douche is de behandeling klaar. Schone kleding aan en dan naar de frisse buitenlucht. Even bijkomen maar niet lang want het is al tien uur als we eindelijk voor ons diner aan de tuintafels aanschikken. De soep is gevuld met cantharel paddestoelen met vlees en veldzuring. Alles smaakt voortreffelijk en de groep is in een goede stemming. In de avondschemering verlaten we dit mooie stekkie. Om kwart over elf zijn we na een volle dag weer thuis. Mijn bed opzoeken is nu een goede keuze.


Donderdag 13 juli


Op de zelfde tijd word ik weer wakker. Buiten is het standvastig zonnig weer en wederom windstil. Ééntonig gezoem van bijen in de lindebomen. De bonte specht roffelt op een dode spar. Een eenzame fietser gaat richting dorp. De auto met onze gastvrouw komt het erf oprijden. Jan komt met zijn terreinauto van de andere kant aanrijden. Het ontbijt is klaar en we kunnen aanvallen. Arja moet eerst nog wasgoed op de lijn hangen. Om halftien vertrekken we naar de dichts bijzijnde grote stad Liepāja op een afstand van 42 km. Een industriestad aan de Oostzee kust. Brede straten met veel oude houten huizen. In de binnenstad wordt modern gebouwd. We gaan eerst naar een ambachtelijke weverij. Aan houten weefgetouwen zitten vrouwen te weven. Ik mag het even van hen overnemen. Met de nodige aanwijzing en vertaling schiet ik vier keer de spoel tussen de lengtedraden door. Stevig met de balk aanslaan want anders wordt het b-kwaliteit. Rudie probeert op een ander weefgetouw ook de voetpedalen in de goede volgorde in te trappen. Ook souvenirs te koop waarin barnsteen is verwerkt. Dan een wandeling naar de markt. Onderweg veel oude houten gebouwen opgebouwd uit dikke zwarte balken. Een soort veenmos tussen de voegen moet de krimp opvangen. Vroeger was de gevel nog bekleed met een soort asfaltvilt. Bij de markt gaat ieder zijn eigen weg. Veel fruit uit eigen tuin te koop. Ook enorme keuze in schoeisel en natuurlijk dameskleding. Dan naar een lutherse kerk waar we de hoge toren mogen beklimmen. Op het hoogste punt hebben we een mooi zicht op de stad, de zee en de haven die ook verbinding heeft met een groot binnenmeer. Van hieruit kan men aan de oever van het meer een kudde vee zien, één van de acht begrazingprojekten die Jan beheerd. Vanmiddag gaan we daar naar toe maar eerst naar de haven voor een snelle hap. We gaan naar het Kapiteins restaurant, een historisch gebouw die onder monumentenzorg valt. Buiten op een overdekt terras heeft men zicht op een straat met grauwe woningen die leeg staan. Vanaf de kaart worden de verschillende bestellingen opgegeven. Veel tijd wordt besteed aan de gerechten die dan ook goed smaken. Jan gaat zijn auto halen. Onder leiding van Vija gaan we over een grote brug naar een parkeerplaats. Het busje van Andries is ook opgeroepen. We verlaten de stad langs de staalgieterij met zijn rokende pijpen. Om kwart over vier stoppen we bij een kleine parkeerplaats van waaruit we het begrazingsgebied in kunnen. Mooi zicht op de stad met zijn hoge gebouwen. Ook de kerktoren die we beklommen hebben is te herkennen. Jan trakteert ons op een schijf rode meloen die de meeste met gebogen rug opeten. Een uitgezette route ontbreekt ook hier. Een groepje gaat met Jan richting de kudde. De plantendeskundigen bewonderen de grote pimpernel die hier overal bloeit. De combinatie met deze plant en het pimpernelblauwtje is dan snel gemaakt. Na even speuren wordt een blauw vlindertje ontdekt op het bloeibolletje van de pimpernel. De straffe wind over de vlakte maakt het moeilijk om een scherpe opname te maken. Ook het blauwtje werkt niet echt mee. Als ik dan toch enige aanvaardbare opnames heb gemaakt is de vreugde des te groter. Ieder is een kant uit gegaan. Ik struin de omgeving af. Langs een bosrand zie ik een mataalglanslibel zijn vaste vliegrondje maken. Een opname in de vlucht op zijn keerpunt lukt redelijk. Op de struikheide pak ik nog een geelvlekheidelibel. Struin langs het toegangspad waar een vennetje ligt met rietbegroeiing. Twee libellen vallen mij op door hun tekening. Na enige tijd kiezen ze een tijdelijke rustplaats. Met mijn 300mm lens uit de losse hand een opname gemaakt. Na raadpleging van de veldgids zijn het twee mannetjes van de gevlekte witsnuit. Een soort die in Nederland alleen voorkomt in verlandingszones van laagveenmoerassen en mesotrofe vennen. Mijn dag is weer goed. Als ieder op zijn of haar wijze dit gebied heeft verkend vertrekken we. De terugroute voert over een brede steenslagweg waar ook een plaatselijke busonderneming een lijndienst onderhoudt. Via Rude komen we bij Nīca weer op de A-11. Om zeven uur zijn we weer terug bij Bajāri. We eten rode bietensoep met lekkere varkensribbetjes. Koffie met koek na. Maris de eigenaar vertelt dat er in een oude lindeboom een holte zit waar wel veertig vleermuizen in wonen. Als je onder de boom staat kun je ze tegen de schemering aan horen piepen. Niemand heeft een BAT- detector bij zich dus de naar de soort moeten we gissen. Misschien iets voor de volgende reisgroep. Ieder vertrekt weer naar zijn eigen onderkomen.



Vrijdag 14 juli


Wederom zon met steeds in de vroege ochtend windstil. Echt een tijd om van dit landschap te genieten. Achter de schuur warmt een boswitje zich op. Blauwe breedscheenjuffers blijven nu rustig zitten op de lange grasharen. In de voortuin staat een struik in de bloei. Een wel heel groot witje strijkt hier neer. Rustig benaderen en dan vaststellen dat het een groot geaderd witje is. Het is de eerste en ook de laatste hier in Letland. Volgens Jan komen ze in andere jaren veel vaker voor. Aan de zijkant van de boerderij is nu een perceel gras gemaaid. Een brandgat komt nu te voorschijn. De juffers die er wonen zijn de variabele. De zwarte roodstaart zit weer op de nok van de schuur. Om hier een geschikte broedplaats te vinden lijkt mij niet moeilijk. Een kleine groene sabelsprinkhaan laat zich vereeuwigen. Het ontbijt is met eieren, worst, kaas en lekkere eigengemaakte jam. Nico heeft al enkele dagen last van een verstopte neus. In overleg met Jan gaat hij eerst naar de dokter en besluit dan om een dag rust te houden. Ons vertrekpunt is weer “RUCAVAS MUIŻA” . Een strakke vlucht van twintig wulpen verbaast de vogelkenners. We dalen weer het brede rivierdal in richting grensstroom. We gaan nu proberen een pad te banen stroomopwaarts. In de verschillende landschaptypes die we tijdens deze reis doorkruizen valt het op als je er oog voor hebt de passende flora en fauna. Een bosbeekjuffer tref je niet zo gauw op een verlaten grasland aan. Een zwartsprietdikkopje of een bruin zandoogje is aan de waterkant een zeldzame dwaalgast. Er is veel meer kennis uit dit landschap te halen maar dan moet je er minstens een maand kunnen ronddwalen. We komen nu in een gebied waar de bevers heersers zijn. Ze hebben een dam in de Sventāja gebouwd, mede daardoor geen stroming in de benedenloop. Even later stuiten we op een soort sloot in het bos waar de bagger van de bodem op de kant is gewerkt. De sporen in de bagger geven aan dat dit het werk is van de bevers. Ze willen zo hun waterroutes op diepte houden. Dit is voor mij een zeldzame waarneming. In Nederland worden met moeite bevers uitgezet. Als ze dan dit soort waterregelende werken uitvoeren komt er wel een groep in protest bijeen om vervolgens een juridische strijd aan te gaan. De eiken aan de waterkant hebben bijna alle maal duidelijke sporen van bevervraat. Zo zorgen de bevers voor openheid in het bos met weer kans voor andere planten. Hier laten twee landen hun dierlijke medebewoners vrij. Vanuit een rietkraag zwemt plots een vrouwtje wilde eend met tien jongen weg. Een blauwe reiger die hier weinig voorkomt neemt het voor het zekere als onze groep nadert. Vanuit het bos op Litouws gebied zingt duidelijk de tjiftjaf. Bij een copulatie van de gestreepte schildwants zie ik toch dat vermoedelijk het mannetje intensiever gekleurd is. Tijdens de tocht door vochtige bossen afgewisseld met dwalingen door hoge vegetatie rond dode armen en waterpoelen lukt het mij om toch enkele foto’s te maken van: morgenrood, grote roodoogjuffer, citroenvlinder, zwartsprietdikkopje, staartblauwtje, metaalglanslibel, bosbeekjuffer, keizerlibel en verschillende parelmoervlinders. De groene glazenmaker op een poel met krabbescheer is onbereikbaar. Ook een grote groene kikker laat zich niet vastleggen. De wolken krijgen na dagen plots de overhand en het begint zowaar te regenen. De boeren zullen hier blij mee zijn. In de groep ontstaat onrust. De meeste regenkleding ligt veilig in de koffer. Schuilen onder het bladerendek is tijdelijk een oplossing. De tocht afbreken is geen oplossing zegt Jan als antwoord op een kreet om richting huis te gaan. We lopen gewoon door langs de oever van de rivier. Bij een doorwaadbare plaats met een klein zandruggetje wordt uitgekozen als lunchplaats. De bui boven ons heeft zijn lading gelost en zowaar komt de zon ook weer te voorschijn. Om de groep nu deels in regenkleding op de foto te krijgen moet ik in onderbroek de rivier door om vanaf Litouws grondgebied de opname te maken. We nemen ruim de tijd om de accu weer op te laden voor de laatste etappe. Het land op Litouws gebied is grotendeels in cultuur gebracht. Een personenauto rijdt over de grasakkers langs de rivier. Even later komt hij terug, stopt en loopt op ons aan. Een woordenwisseling volgt tussen Jan, Vija en de man aan de andere kant. Niemand wordt er wijzer van. De taal is ook hier een barrière. Laten ze toch allemaal Nederlands leren spreken, dan heb je deze problemen ook niet. De groep wordt weer spits als een roofvogel in zicht komt. Deze jongens moet je op gebied, vluchtgedrag en grootte op naam proberen te brengen. Verschillende namen van mogelijke kandidaten worden in de groep gegooid. Na rijp beraad met een ornithologische onderbouwing blijft de slangenarend als enige over. De groep komt in beweging om Jan te volgen. Hij neemt niet altijd de kortste en makkelijkste weg hoor ik iemand zeggen. We verlaten het bosgebied langs de rivier. De hoge rand van het stroomdal komt weer in zicht. Het lijkt net een zeedijk. Van de ± vijftig vogelsoorten die ik op hun zang kan benoemen worden zonder opwinding intern geregistreerd. Als er dan een geluid binnenkomt die niet tot de bekende geluiden behoord word ik echt wakker. Dan gaan de raderen draaien en kom terecht op 19 mei 1999 in Noordoost Polen. Daar heb ik voor de eerste maal een ortolaan horen zingen. Dat dan enkele deelnemers zich als Thomas gaan opstellen is goed. De vrouw van de bewuste vogels had dit voorzien en laat zich spontaan op duidelijke zichtafstand bewonderen. Haar man de zanger zit even later in een boom achter ons. Een mooie waarneming is ook dat een paartje grauwe klauwieren een blauwe reiger verjagen. Dan gaat een paapje vlak voor ons op een draad zitten. Een 300mm(480) lens met stabilisator is dan prachtig. Jan die een zelfde body heeft probeert deze lens ook uit. We lopen tegen de droge helling op. De gevallen regen is niet merkbaar. Een perceel met haver en gerst wisselt de vele schrale graslanden af. Dit is het gebied van de veldleeuweriken en zowaar enkele kievieten op de graslanden. Ons eindpunt is een verlaten boerderij. In de schaduw van een schuur kan men nagenieten. Ik ga op ontdekkingtocht uit. Achter het woonhuis staat een aanhangwagen met twee rijen bijenkorven. Blijf mij verwonderen dat elke bij zijn of haar korf terug vindt. De rode bessen staan tussen hoog gras en zijn bijna rijp. Voor een hoge haag vliegt een landkaartje en een aurelia. Op de geopende houten deur van het husie zit plots een grote vos. Om deze voor Nederland zeldzame vlinder digitaal vast te leggen lukt de eerste keer niet. Geduld en een beetje geluk hebben resultaat. Mijn dag kan niet meer stuk. Ons vervoer heeft onze rustplek gevonden. Instappen, een grote onbekende vlinder ontsnapt mij daardoor. Jan kan mij niet vertellen als hier de koniginnenpage ook voorkomt. We eten vanavond bij Bajā

ri. Soep, dan rijst met sla en veel vlees. Koffie of thee direkt na. Nico is naar de arts geweest en heeft medicijnen gekregen. Een deel van de dag heeft hij gerust. Heeft het gevoel dat het nu beter gaat. Napraten aan de eettafel. Ad en Marchien gaan naar hun onderkomen in het dorp. Jan brengt de vier van Śimji met zijn auto weg. Enkelen van ons maken nog een wandeling over de landerijen. Een groepje zit aan de tuintafel ervaringen uit te wisselen of een tussenbalans van deze reis te maken. De zon schijnt nog volop maar de wind is fris. De brandwacht zit in de hoge toren en moet de omgeving in de gaten houden. Ik zoek mijn grote slaapkamer op want morgen is het weer een volle dag genieten.


Zaterdag 15 juli


Op mijn vaste tijd wakker. Een wolkenloze hemel maar nu met een straffe wind. De temperatuur is wel tien graden lager dan de voorgaande dagen. Maak mijn rondje boerderij. De dikkopjes zitten nu laag in de vegetatie. Boerenzwaluwen scheren over het veld. Ook de raaf laat weer horen waar hij woont. De overbuurvrouw mijn haar dochter gaan in nette kleding flink stappend richting dorp. De weekendtas tussen hen in. Het is zaterdag, misschien wel een weekendje naar de grote stad of gewoon met de bus op familiebezoek. Hun hond blijft op het eind van de oprit staan. Een ooievaar komt in een lange glijvlucht aan om even voor een veldje aardappelen te landen. Hij begint gelijk in grote passen te stappen en al speurend zijn ontbijt te zoeken. Ons ontbijt staat weer om goed acht uur klaar. Op aanwijzing van Jan heeft de vrouw des huizes de Letse eieren op de Nederlandse manier in de pan gebakken. De medereiziger die tegenover mij aan tafel zit vertelt met een stalen gezicht dat hij thuis voor tien uur geen hap door de keel krijgt. Ik heb niet exact het aantal bijgehouden maar de zelfde man heeft nu vóór kwart over acht zeker drie boterhammen met spiegelei naar binnen gewerkt. De koude salade met tomaat, paprika en bloemkool lijkt hem ook lekker. Na een verkenningstocht van twee dagen langs de grensrivier en een rondje Papemeer gaan we vandaag de kustlijn van de Oostzee inspekteren. Eerst inkopen bij de plaatselijke kruidenier. Vija gaat naar de bakker voor lekkere broodjes. Op een groot woonblok met vele stenen schoorstenen staat een schoorsteenveger half naakt een touw op en neer te halen. Zijn bedrijfskleding verschilt iets van zijn Duitse collega’s. Met een stevige wind in de rug is ons startpunt bij de vuurtoren van Pape. Eerst een stuk door de duinen waar het gipskruid weelderig bloeit. Een groepje leeuweriken zoekt voedsel in een duinvallei. Hun zang wijkt wat af van het bekende deuntje van de veldleeuwerik. De kuif staat ook wat hoger. De wind is mogelijk van invloed op een iets andere waarneming. Ze laten zich ook niet meer zien. Door de duinen naar het strand. Vlak langs de vloedlijn is de beste looproute al moet je wel oppassen voor de zevende golfslag. Rudie loopt in de korte broek op sandalen, zijn regenjas heeft hij uit voorzorg maar aangedaan. Volgens Jan is er met een stevige noordenwind kans op het aanspoelen van barnsteen. Een groot deel van de groep loopt dan ook met gebogen hoofd. Barnsteen wordt er niet gevonden, wel stukjes steen met waarin afdrukken van kleine schelpdieren zijn te zien. Als aandenken aan deze tocht gaat een stuk steen de rugzak in. Op de overblijfsels van een houten golfbreker zitten meeuwen met de kop tegen de wind in. We ontdekken: zilvermeeuw, grote mantelmeeuw, aalscholver, kokmeeuw en een paartje knobbelzwanen. Over de branding vliegt een groepje met dwergmeeuwen en niet te determinerende noordse sternen of visdiefjes. We lopen tegen het kanaal aan die verbinding maakt met het Papemeer. Lopen landinwaarts langs het kanaal. Een zomervlinder warmt zich op in de luwte van een bossingel. De brug over om de route te volgen naar een openlucht museumdorp. Op een open terrein langs de route is men druk bezig met het opbouwen van tenten voor het Pape popconcert. Bij het openlucht museum “Vītolnieki”worden we ontvangen door een jonge dame. We krijgen in de Engelse taal tekst en uitleg over het leven van een vissersgezin uit vroegere tijden. Een woning is nog in oude stijl ingericht. In een schuur ligt nog een korjaal (boomkano) die ooit uit de Oostzee is aangespoeld. Een grote eiken slee staat buiten. De dwarsverbinding tussen de twee glijbalken is gemaakt van ratelpopulier. De dunne barst is om de balken gebogen. Stalen nagels of konstruktielijm kende men toen nog niet. Een volgende groep bezoekers staat al klaar als wij onze weg vervolgen. Tegen halftwee vinden we een mooie plek in de duinen. Het ruisen van de branding op korte afstand. Parelmoervlinders zoeken een plekje in de luwte op. In een wilgenstruik wordt een dikke rups gezien. Na een fotosessie gaat hij weer terug naar zijn waardplant. Na bestudering thuis van de opnames blijkt het een rups van de hermelijnvlinder te zijn. Nicolien die even het strand heeft verkend komt terug met een veenmol. Er volgt weer een fotosessie, duidelijk zie ik nu zijn karakteristieke graafpoten waar hij denk ik zijn naam ‘mol’ aan te danken heeft. Dit diertje behoort tot de orde van de sprinkhanen. In dit kalkrijke duinlandschap groeien veel bruinrode orchissen. Een landkaartje en een morgenrood laten zich nog digitaal vastleggen. We verlaten het duinengebied voor een lange wandeling over het strand. In de verte is de bebouwing van de eerste kustplaats in Litouwen te zien. Met de wind in de rug is het heerlijk uitwaaien. Toch regelmatig kijken wat de zee heeft aangespoeld. Langs de kustlijn zitten twee bontbekplevieren te wachten op wat de golven voor eetbaars aanvoeren. Direkt langs de duinenrij groeit riet. De plant krijgt zijn voedsel uit het kwelwater van de achter de duinen gelegen hoogveengebied Nida Bog. Op een plek is zelfs een laag veen zichtbaar geworden. De zee geeft en neemt. We gaan even het strand verlaten voor een verkenning van het hoogveen. Een strook aangeplante naaldbomen moet de verstuiving van de duinen tegen gaan. Op een veldje met struikheide vliegt het heideblauwtje. Op een open plek glijdt een gladde donkere slang weg. Zie nog een boomblauwtje en een mannetje oeverlibel. Terug naar het strand voor de laatste etappe. Bij een groep bomen verlaten we het strand. Na een kilometer over een droog zandpad bereiken wij om kwart voor zeven ons eindpunt. Een kitskunstenaar heeft zijn boerenbehuizing versierd met gekleurde ballen en allerlei gekleurde voorwerpen. Gelukkig dat het niet mijn buren zijn. De auto van Jan staat hier al te wachten. Vija heeft hem vanmorgen hier na toe gereden en is lopend naar het museumdorp gegaan. Volgens de gps van Marcel hebben wij 11,4 km afgelegd, voor Vija komen daar nog enkele km bij. Maar je bent jong en kunt wat. Iedereen heeft weer genoten maar ook blij dat het eindpunt gehaald is. We eten vanavond bij Šimji. Viktors en Anna ontvangen ons in hun eetkamer. Met drie tafels en veertien stoelen is het absolute maximum bereikt. De vluchtweg naar buiten gaat via het toilet. Het eten is uitstekend en daar gaat het ten slotte om. Soep, gele rijst, gemengd gehakt van wild zwijn en ree, toetje met bosbessen en dan koffie of thee na. De uitwerking van zon, wind en zeelucht is nu van de gezichten af te lezen. Met enig schuiven van stoelen en personen komt de weg naar buiten vrij. Daar wacht de ooievaar op een elektriciteitpaal voor een fotoserie. De grauwe vliegenvanger alarmeert op de nok van de schuur. Haar kinderen wachten op de steekdaas die zij gevangen heeft. Het busje van Andries komt om ons weer naar Rucava te brengen.


Zondag 16 juli


Vandaag de laatste volle dag in deze streek. Mijn ochtendwandeling gaat over de steenslagweg richting Jan’s woning. De harde wind is wat uitgeraasd. Het zonnetje is er weer goed bij. Overal hoor en zie ik vogels. Langs de berm met hoge vegetatie zitten de paapjes te alarmeren. Een groepje putters probeert de zaden van de uitgebloeide rode klaver los te krijgen. Ooievaars op de landerijen. Tussen balen ooi lopen twee kraanvogels. De veldleeuweriken zingen hoog in de lucht terwijl de geelgors het op een lager struikje doet. De wielewaal hoor je wel maar laat zich zeer moeilijk bekijken. Met zijn mooie gele verenkleed hoeft hij zich toch niet schamen. Op een hoek van een hooigrasland ligt een verzameling grote zwerfkeien. De Hunnen hebben heel lang geleden in Drenthe dit soort stenen gebruikt voor het markeren van hun graven. Met 23 vogelwaarnemingen kom ik op tijd voor het ontbijt terug. Jan vertelt dat er in het bos op de heuvel nog een kleine begraafplaats is. Staat voor morgen op mijn programma. Na het ontbijt en inkopen volgt een lange rit over landwegen. De mensen die hier her en der wonen, krijgen niet gauw ruzie met de buren. Op een kruising in een bos is het uitstappen. Drie auto’s met dagjesmensen hebben ons schijnbaar gevolgd want ze parkeren hun auto’s langs het zandpad en stappen ook uit. Hun kleding en uitrusting is meer geschikt voor een dagje dierentuin. Na een stukje naaldbos krijgen we zicht op het grote hoogveengebied Nida Bog. Het wandelpad bestaat uit twee ongekante planken met ronde onderliggers. Net als op het strand waar barnsteen kan liggen moet je hier ook regelmatig het hoofd naar voren buigen. Her en der staan dennenbomen te kwijnen in het drassige veen. Naast dop- en struikheide staat er éénarig wollegras te bloeien. Door de droge winter is er met enige voorzichtigheid over het mosdek te lopen. Enkele meerstallen maken het eentonige gebied aantrekkelijker. De dierentuingroep heeft het hier wel gezien en gaat terug. Een groepje graspiepers heeft hier hun zomerkamp opgeslagen. De steekmuggen en vliegen laten ons met rust. Wel volgt een paardendaas ons. Op de schoen van Rudie gaat hij op de foto. Op een verhoging van de onderliggende zandlagen heeft zich een groep hoge dennen staande weten te houden. Houtpanserjuffers hebben dit bosje ook ontdekt. Weer schiet een slang tussen de heide weg. Geen zigzagtekening van een adder waargenomen. Mogelijk een gladde- of ringslang. In de verte het geroep van goudplevieren. Brengt mij weer even terug naar Lapland in 2001. Het heideblauwtje wat ik zie kan hier lange foerageervluchten maken. Het plankenlooppad bepaald de looproute. Voor Jan is dat niet goed. Hij wordt zo in zijn vrijheid beperkt. Dus wordt voor een eigen route over het mosdek gekozen. Een klein groepje volgt hem. De anderen zien een onvrijwillig moorbad niet zitten en blijven veilig op het kromme plankenpad. Ik loop voorop in mijn eigen tempo. Zie regelmatig jonge levendbarende hagedissen op de plakken zonnen. Bij enkele grote meerstallen even pauze. Zie in de verte een groepje donkere eenden zwemmen. Een telescoop zou nu van pas komen. Ga verder richting bosrand. Een trek van vier kranen is een mooie afwisseling. De bomengroei van dennen wordt steeds voller. Een teken dat de ondergrond omhoog loopt. Het plankenpad gaat in het bos door. Geen parkeerplaats met toegangswegen te zien voor een wandeling vanaf deze kant. Loop over het plankenpad door het bos. Een heikikker springt van de planken. De zang van mezen begeleiden mij. Drie jeugdigen lopen met emmertjes in het bos om bessen te plukken. Het looppad eindigt en gaat over op een haaks liggend breed bospad. Er vliegt een grote vlinder voorbij die geen tijd voor mij heeft. De blauwe glazenmaker maakt zijn voedselrondje langs de rij bomen aan het pad. Een stuk het bospad opgelopen maar er is geen eind te zien. Wel twee fietsen van de bessenplukkers. Besluit om terug te lopen. Na een halfuur tref ik de groep al rustend op- en naast de planken bij de meerstallen aan. Vija is nog tot de bosrand gelopen om mij te zoeken. Er is nog genoeg brood en tomaten voor mij overgebleven. Ik heb de afspraak gemist dat hier gestopt zou worden voor de veldlunch. De zwemmers op de achterste meerstal zijn nog niet op naam gebracht. Met een klein groepje gaan we over het mosdek richting water. Het blijven raadselachtige vogels. Het zijn geen wilde eenden, ook geen kuif- of tafeleenden. Nicolien besluit om via een omweg nog dichter bij te komen. Als te terug komt staat haar ornithologische beslissing vast. Het zijn juveniele brilduikers. De middagdutjes zijn voorbij de karavaan trekt verder. Voor mij een bekend terrein. We krijgen nu in het bos een kuifmees te zien. Ook het gezang van de zwarte mees is een waarneming die ik niet elke dag doe. Het gekekker van een havik op grote afstand. Na het naaldbos verlaat Jan het pad om een oud bos van linden en haagbeuken te doorstruinen. De stam van de haagbeuk krijgt op latere leeftijd lange rillen. Eenzaam tussen deze inheemse soorten staat een zomereik in bosvorm. Met een omtrek van zeker drie meter en een rechte takloze stam van wel twaalf meter een juweeltje. De stelmaker uit ons dorp zou er in de jaren 50 een dikke prijs voor betaald hebben. Verlaten het bos en komen op een breed pad waar in de zon de vlinders vrolijk fladderen. Veel rust wordt mij niet gegund. Het vervoer is dankzij mobieltjes goed te regelen. Ieder gaat eerst naar zijn eigen gasthuis voor een opfrisbeurt met passende kleding. Om kwart over zeven worden wij in het dorpscentrum verwacht voor een culturele avond. Op tijd stappen we richting centrum. Vija komt van haar ouderlijk huis ook aanlopen. Hans die achteraan loopt wacht op haar. Als wij achterom kijken zijn de twee verdwenen. Wij lopen naar het centrum waar Viktors in bedrijfskleding van een beveiligingsfirma ons de weg wijst. In een houten gebouw tegen over het postkantoor staat de groep al te wachten. Vija en Hans hebben een binnenweg genomen. Jan zijn jongste tante moederskant is ook gast. Ze is met hond, poes en camper al drie weken onderweg. Op het erf van Jan is plaats genoeg. Ook Jan zijn vrouw met drie kinderen sieren deze bijeenkomst op. Wij zijn in dit dorp een week en kennen alleen de weg naar de kruidenier. Twee vrouwen in klederdracht zingen ons een welkom toe. Binnen in de woonkamer staan de tafels en stoelen klaar. Eerst krijgen we een stuk brood zoals het vroeger gebakken werd. Met een schep honing is het goed te eten. Dan in deels gelezen engels uitleg over de klederdracht en gebruiken uit vroegere tijden. Vooral rondom een huwelijk was een goede gewoonte voor feest en dans. Zingen is in de Baltische staten een vorm van volksvermaak. Wij worden ook uitgenodigd om te zingen. In de groep zit veel talent maar op dit gebied zijn wij niet getalenteerd. Rudie houdt de eer hoog om een ter plekke geïmproviseerd lied ten gehore te brengen. De soep is klaar en wordt op tafel gezet. Gekookte aardappelen met sla en het stijve zoete brood. Een drankje van vroeger bevat iets alcohol. Ook is er zure melk met een soort gort. Na nog enkele liedjes in duo kan men enkele handgemaakte kleding kopen. Hans heeft een paar eigen gebreide handschoenen uitgezocht maar die zijn nu net niet te koop. Dan naar buiten voor zang en dans. Iedereen moet meedoen. Ik maak foto’s met mijn externe flitser en wordt vrijgesteld van meedoen. Enkele melodieën en dansspellen komen mij bekend voor. De dans met de vallende bezem wordt fanatiek uitgevoerd. Enkelen proberen onder de mom van ik ben moe aan dit folkloristische spel te ontkomen. Als de zon achter de bomenrij zakt is het tijd om af te sluiten. Nicolien en Rudie hebben vooraf geld ingezameld. Met een dankwoord voor de goede zorg en begeleiding krijgen Jan en Vija een enveloppe met inhoud overhandigd. Jan dankt ons ook namens Vija en zegt toe dat wij morgen op tijd op het vliegveld van Riga zijn. Met het overgebleven brood in een plastic tas gaan we huiswaarts. Een mooie avond die een waardige afsluiting is van een fantastische tijd. Mijn koffer is al deels gepakt. De rest kan morgenvroeg wel. Even na tien uur kruip ik voldaan in bed.


Maandag 17 juli


Om halfzeven zit mijn nachtrust er op. De koffer is op mijn toilettas na gepakt. Een stuk brood van gisteravond gaat er goed in. Dan een wandeling naar de begraafplaats op de heuvel. De twee kraanvogels lopen weer tussen de hooirollen. Het houten huis op de hoek is nog in goede staat maar ook verlaten. Een volleybalnet hangt verweerd in de tuin. Een kleine klim omhoog waar een stalen draaihekje in een eenvoudige afrastering toegang tot de begraafplaats geeft. Enkele graven zijn jarenlang niet onderhouden. Op een paar plaatsen liggen bloemen. Op een eenvoudig graf staat de volgende tekst “nuar dieuw saldu dusu lai teu viegla smilts” Een ware rustplaats op een heuvel omgeven door bos. Terug voor het ontbijt wat nu om halfacht is aangekondigd. Geniet nog van de omgeving met een ander vogelbestand kan bij een boerderij in de Gelderse achterhoek. Vooral de raven en vele paapjes blijven mij nog lang bij. Twintig over zeven terug. De zang van vogels vult de tijd tot het laatste ontbijt. Riet haalt nog haar loopschoenen van buiten. Het ontbijt is weer voortreffelijk. Dan de kamer inspekteren op mogelijk achtergebleven stukken. Koffer sluiten en dan naar buiten waar de twee vervoermiddelen klaar staan. Het pakken van de koffers en rugzakken gaat goed. Jan deelt nog enquêteformulieren uit die wij op kunnen sturen naar Eco. Ook krijgen we allemaal zijn adreskaartje. Rudie informeert naar het uitwisselen van adressen voor het versturen van foto’s en of reisverslagen. Die dat wil geeft zijn of haar adres of E-mailadres op. Rudie zal dit in Nederland dan verspreiden. Om kwart voor negen is het verlate vertrek. We nemen afscheid van Maris en zijn kookgrage kokkin. Er zijn geen files te verwachten volgens Jan. Dus met stevig doorrijden moeten we op tijd bij de luchthaven van Riga zijn. Halfweg de rit een sanitaire stop van tien minuten. Snel de benen strekken en dan de weg weer op. Even voor Riga een file. Een brandweerauto op de weg en een kleinwagen die rijp is voor de sloop. Onder een stuk zwart plastic ligt een slachtoffer. We rijden er langzaam langs. Wij zijn blij om naar huis te gaan terwijl de ander nooit meer thuis komt. Precies kwart over twaalf stoppen we op de luchthaven. Koffers eruit en dan afscheid nemen van Jan en Andries onze vaste buschauffeur. Nicolien en Rudie blijven nog een dag in Riga. Ad vertelt ons dat hij ook hier blijft. Afscheid nemen van de achterblijvers en dan het luchthavengebouw in. We zijn nog ruim op tijd. De laatste lats gaan op aan een paar repen chocolade. Om kwart over één verlaten we Lets grondgebied op weg naar Schiphol. Eerst mijn horloge een uur terug zetten. Na een vlucht van bijna twee uur een perfecte landing. De gebouwen op Schiphol zijn groter en dus ook de loopafstanden. Alle koffers liggen op de band. Afscheid nemen waarna ieder zijn eigen weegs gaat. Met de trein van twintig over drie richting Groningen. In Zwolle de trein naar Emmen waar Richard met Annemarie met mijn auto klaar staan. Thuis is alles goed gegaan. Mijn reis zit er weer op.


Dit reisverslag is een optekening van persoonlijke beleving en zal zeker niet volledig zijn. Bij medereisgenoten kunnen hun eigen herinneringen weer naar boven komen om zo de reis met hun eigen ervaring opnieuw te beleven. Voor belangstellenden kan dit een aanleiding zijn om dit gebied ook eens te bezoeken.


11 augustus 2006

Tinus Knegt

Broekweg 16

7891 RS Klazienaveen

0591-31.48.84 tinusknegt@zonnet.nl


Vlinders Zuidwest LETLAND


Juli 2006

 

Nederlandse naam

Wetenschappelijke naam

Bijzonderheden

Nr

DIKKOPJES

 

 

1

Bruin dikkopje

Erynnis tages

 

3

Aardbeivlinder

Pyrgus malvae

 

4

Kalkgraslanddikkopje

Spialia sertirius

 

11

Spiegeldikkopje

Heterotherus morpheus

 

12

Bont dikkopje

Carterocephalus paleamon

 

14

Dwergdikkopje

Thymelicus acteon

 

15

Zwartsprietdikkopje

Thymelicus lineola

<100

16

Geelsprietdikkopje

Thymelicus sylvestris

<10

17

Kommavlinder

Hesperia comma

 

18

Groot dikkopje

Ochlodes faunus

?

 

GROTE PAGES

 

 

19

Koniginnenpage

Papilio machaon

?

 

WITJES

 

 

23

Groot geaderd witje

Aporia crataegi

1 stuks in Rucava

24

Groot koolwitje

Pieris brassicae

niet gedetermineerd uit vele witjes

25

Klein koolwitje

Pieris rapae

100>

26

Klein geaderd witje

Pieris napi

100>

27

Resedawitje

Pontia daplidice

 

28

Oranjetipje

Anthocharis cardamines

 

29

Boswitje

Leptidea sinapes

<10

30

Gele luzernevlinder

Colias hyale

 

34

Oranje luzernevlinder

Colias croceus

 

35

Citroenvlinder

Gonepteryx rhamni

<5

 

VUURVLINDERS

 

 

36

Grote vuurvlinder

Lycaena dispar

<20

37

Kleine vuurvlinder

Lycaena phlaeas

<5

39

Morgenrood

Lycaea virgaureae

<50

41

Bruine vuurvlinder

Lycaea tityrus

 

 

KLEINE PAGES

 

 

43

Sleedoornpage

Thecla betulae

 

44

Eikenpage

Neozephyrus quercus

 

46

Bruine eikenpage

Satyrium ilicis

 

50

Groentje

Callophrys rubi

 

 

BLAUWTJES

 

 

54

Staartblauwtje

Cupido argiades

<5. Foto

55

Boomblauwtje

Celastrina argiolus

<20. Foto

56

Dwergblauwtje

Cipido minimus

 

60

Gentiaanblauwtje

Maculinea alcon

 

62

Pimpernelblauwtje

Maculinea teleius

<10 alleen bij Liepāja. Foto

68

Heideblauwtje

Plebeius argus

100>. Foto

72

Bruin blauwtje

Aricia agestis

 

75

Icarisblauwtje

Polyommatus icarus

 

78

Veenbesblauwtje

Plebeius optilete

 





 

Vlinders Zuidwest LETLAND

 

Juli 2006

 

Nederlandse naam

Wetenschappelijke naam

Bijzonderheden

 

WEERSCHIJNVLINDERS

 

 

81

Grote weerschijnvlinder

Apatura iris

<5. Foto

83

Kleine ijsvogelvlinder

Limenitis camilla

 

85

Grote ijsvogelvlinder

Limenitis populi

 


VOSSEN

 

 

86

Dagpauwoog

Inachis io

 

87

Distelvlinder

Vanessa cardui

<5

88

Atalanta

Vanessa atalanta

<5

89

Rouwmantel

Nymphalis antiopa

 

90

Kleine vos

Aglais urticae

<10

91

Grote vos

Nymphalis polychloros

1 stuks. Foto

92

Gehakkelde aurelia

Polygonia c-album

<5

93

Landkaartje

Araschnia levana

<10

 

PARELMOERVLINDERS

 

 

94

Keizersmantel

Argynnis paphia

2 stuks Foto

96

Grote parelmoervlinder

Argynnis aglaja

 

97

Kleine parelmoervlinder

Issoria lathonia

 

98

Bosrandparelmoervlinder

Argynnis adippe

1 stuks op foto

99

Duinparelmoervlinder

Argynnis niobe

 

100

Purperstreep parelmoervlinder

Brenthis ino

10> Foto

102

Zilveren maan

Boloria selene

 

105

Veenbesparelmoervlinder

Boloria aquilonaris

 

108

Veldparelmoervlinder

Melitaea cinxia

 

113

Bosparelmoervlinder

Melitaea athalia

10> Foto

 

ZANDOOGJES

 

 

116

Dambordje

Melanargia galathea

 

122

Heivlinder

Hipparchia semele

 

123

Kleine heivlinder

Hipparchia statilinus

 

131

Koevinkje

Aphantopus hyperantus

10>

132

Bruin zandoogje

Maniola jurtina

100>

133

Oranje zandoogje

Pyronia tithonus

 

135

Veenhooibeestje

Coenonympha tullia

 

136

Hooibeestje

Coenonympha pamphilus

?

137

Roodstreep hooibeestje

Coenonympha glycerion

10> Foto

138

Tweekleurig hooibeestje

Coenonympha arcania

 

142

Bont zandoogje

Pararge aegeria

 

143

Argusvlinder

Lasiommata megera

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 

 

 


Ondersoort van grote vuurvlinder niet vast gesteld.



Enkele blauwtjes niet te determineren. Mogelijk meer soorten parelmoervlinders.


Nummers uit Veldgids "Dagvlinders" van Natuurmonumenten


11 augustus 2006 Tinus Knegt













P


LIBELLEN in Letland juli-2006







 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Beekjuffers

Calopterydae

 

 

 

 

 

 

 

N

1

Bosbeekjuffer

Calopteryx virgo

20> Foto

 

 

 

 

ND

2

Weidebeekjuffer

Calopteryx slendens

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Panserjuffers

Lestidae

 

 

 

 

 

 

 

ND

5

Houtpanserjuffer

Lestes vidiris

<10

 

 

 

 

 

 

ND

6

Gewone panserjuffer

Lestes sponsa

<10

 

 

 

 

 

 

ND

7

Tangpanserjuffer

Lestes dryas

 

 

 

 

 

 

 

ND

8

Zwevende panserjuffer

Lestes barbarus

 

 

 

 

 

 

 

ND

10

Tengere panserjuffer

Lestes virens

 

 

 

 

 

 

 

ND

11

Bruine winterjuffer

Sympecma fusca

 

 

 

 

 

 

 

ND

12

Noordse winterjuffer

Sympecma paedisca

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Waterjuffers

Coenagrionidae

 

 

 

 

 

 

 

N

13

Donkere waterjuffer

Coenagrion armatum

 

 

 

 

 

 

 

N

14

Speerwaterjuffer

Coenagrion hastulatum

 

 

 

 

 

 

 

ND

15

Maanwaterjuffer

Coenagrion lunalatum

 

 

 

 

 

 

 

N

16

Mercuurwaterjuffer

Coenagrion mercuriale

 

 

 

 

 

 

 

ND

17

Azuurwaterjuffer

Coenagrion puella

 

 

 

 

 

 

 

ND

18

Variabele waterjuffer

Coenagrion pulchellum

20> Foto

 

 

 

 

ND

24

Watersnuffel

Enallagma cyathigerum

100>

 

 

 

 

 

N

25

Kanaaljuffer

Cercion lindenii

 

 

 

 

 

 

 

ND

26

Lantaarntje

Ischnura elegans

 

 

 

 

 

 

 

ND

27

Tengere grasjuffer

Ischnura pumilio

 

 

 

 

 

 

 

ND

28

Grote roodoogjuffer

Erythromma najas

50>

 

 

 

 

 

 

ND

29

Kleine roodoogjuffer

Erythromma viridulum

 

 

 

 

 

 

 

N

30

Dwergjuffer

Nehalennia speciosa

 

 

 

 

 

 

 

ND

31

Vuurjuffer

Pyrrhosoma nymphula

 

 

 

 

 

 

 

ND

32

Koraaljuffer

Ceriagrion tenellum

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Breedscheenjuffers

Platycnemididae

 

 

 

 

 

 

 

ND

33

Blauwe breedscheenjuffer

Platycnemis pennipes

50>

 

 

 

 

 

 

 

 

Glazenmakers

Aeshnidae

 

 

 

 

 

 

 

ND

36

Paardenbijter

Aeshna mixta

 

 

 

 

 

 

 

N

37

Zuidelijke glazenmaker

Aeshna affinis

 

 

 

 

 

 

 

ND

39

Venglazenmaker

Aeshna juncea

 

 

 

 

 

 

 

ND

40

Noordse glazenmaker

Aeshna subarctica

 

 

 

 

 

 

 

ND

41

Groene glazenmaker

Aeshna viridis

<5. Foto

 

 

 

 

 

ND

42

Blauwe glazenmaker

Aeshna cyanea

 

 

 

 

 

 

 

ND

45

Bruine glazenmaker

Aeshna grandis

<5 Foto

 

 

 

 

 

ND

46

Vroege glazenmaker

Aeshna isosceles

 

 

 

 

 

 

 

ND

48

Glassnijder

Brachytron pratens

 

 

 

 

 

 

 

N

49

Zadellibel

Hemianax ephippiger

 

 

 

 

 

 

 

N

50

Zuidelijke keizerlibel

Anax parthenope

 

 

 

 

 

 

 

ND

51

Keizerlibel

Anax imperator

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Rombouten

Gomphidae

 

 

 

 

 

 

 

N

52

Gaffellibel

Ophiogomphus cecilia

 

 

 

 

 

 

 

N

53

Beekrombout

Gomphus vulgatissimus

 

 

 

 

 

 

 

ND

54

Plasrombout

Gomphus pulchellus

 

 

 

 

 

 

 

N

57

Rivierrombout

Gomphus flavipes

 

 

 

 

 

 

 

N

58

Kleine tanglibel

Onychogomphus forcipatus

 

 

 

 

 

 

 


Libellen in Letland juli-2006


 

 

Korenbouten

Libellulidae

 

 

 

 

 

 

 

ND

73

Viervlek

Libellula quadrimaculata

<10

 

 

 

 

 

 

ND

74

Platbuik

Libellula depressa

 

 

 

 

 

 

 

ND

75

Bruine korenbout

Libellulafulva

 

 

 

 

 

 

 

ND

76

Gewone oeverlibel

Orthetrum cancellatum

20>

 

 

 

 

 

 

N

77

Beekoeverlibel

Orthetrum coerulescens

 

 

 

 

 

 

 

N

78

Zuidelijke oeverlibel

Orthetrum brunneum

 

 

 

 

 

 

 

ND

81

Vuurlibel

Crocothemis erythraea

 

 

 

 

 

 

 

ND

83

Zwarte heidelibel

Sympetrum danae

?

 

 

 

 

 

 

ND

84

Bloedrode heidelibel

Sympetrum sanguineum

 

 

 

 

 

 

 

N

85

Kempense heidelibel

Sympetrum depressiusculum

 

 

 

 

 

 

 

ND

86

Geelvlekheidelibel

Sympetrum flaveolum

<5 Foto

 

 

 

 

 

ND

87

Zwevende heidelibel

Sympetrum fonscolombii

 

 

 

 

 

 

 

N

88

Zuidelijke heidelibel

Sympetrum meridionale

 

 

 

 

 

 

 

ND

89

Steenrode heidelibel

Sympetrum vulgatum

 

 

 

 

 

 

 

ND

90

Bruinrode heidelibel

Sympetrum striolatum

 

 

 

 

 

 

 

N

91

Bandheidelibel

Sympetrum pedemontanum

 

 

 

 

 

 

 

N

92

Oostelijke witsnuitlibel

Leucorrhinia albifrons

 

 

 

 

 

 

 

N

93

Sierlijke witsnuitlibel

Leucorrhinia caudalis

 

 

 

 

 

 

 

ND

94

Venwitsnuitlibel

Leucorrhinia dubia

 

 

 

 

 

 

 

ND

95

Noordse witsnuitlibel

Leucorrhinia rubicunda

 

 

 

 

 

 

 

ND

96

Gevlekte witsnuitlibel

Leucorrhinia pectoralis

2 stuks op foto.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

N komt in Nederland voor. D in Drenthe waargenomen.

^ Eigen nummers uit veldgids "Libellen" KNNV ISBN: 90 5011 101 7 (20-02-2005 Tinus Knegt)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



Letland overige waarnemingen juli 2006





Nederlandse naam

Wetenschappelijke naam

Letse naam

Bijzonderheden

Kleine Sint-jansvlinder

Zygaena viciae

 

10>

Metaalvlinder

Adscita geryon

 

10>

Zomervlinder

Geometra papilionaria

 

1

Porseleinvlinder

Calospilos sylvata

 

1

Hermelijnvlinder Rups

Cerura vinula

 

1

Steenhommel

Bombus lapidarius

 

10>

Aardhommel

Bombus terestris

 

10>

Gestr. Schildwants

Graphosoma lineatum

 

20>

Rode smalbok

Leptura ruba

 

1

Zevenstipper Lhb

Coccinella septempunctata

 

50>

Paardendaas

Tabunus sudeticus

 

50>

Gouden tor

Cetonia aurata

 

5>

Bijenwolf

Trichodes apiarius

 

1

Veenmol

Gryllotalpa gryllotalpa

 

1 op stand

Kruisspin

Araneus diadematus

 

5>

Heikikker

Rana

 

5> Hoogveen

Kl. Gr. Sabelspr.haan

Tettigonia cantans

 

10>

Bessenzweefvlieg

Syphus ribesii

 

10>

Ringslang

Natrix natrix

 

10> Papemeer

Lb Hagedis

Lacerta vivipara

 

20> Hoogveen

Zandhagedis

Lacerta agilis

 

1 Zandgroeve

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

11 augustus 2006 Tinus Knegt





















Vogels in Letland juli 2006





Nederlandse naam

Wetenschappelijke naam

Letse naam

Bijzonderheden

Aalscholver

Phalacrocorax carbo

 

<5 aan kust

Blauwe reiger

Ardea cinerea

 

<5

Ooievaar

Ciconia ciconia

 

50>

Zwarte ooievaar

Ciconia nigra

 

1 bij Liepāja

Knobbelzwaan

Cygnus olor

 

<10

Wilde eend

Anas platyrhynchos

 

met jongen

Brilduiker

Bucephala clangula

 

Juv. <5

Bruine kiekendief

Circus aeruginosus

 

10>

Sperwer

Accipiter nisus

 

<5

Buizerd

Buteo buteo

 

<5

Zeearend

Haliaeetus albicilla

 

2

Schreeuwarend

Aquila pomaria

 

<5

Slangenarend

Circeatus gallicus

 

1

Kwartel

Coturnix coturnix

 

<3

Kwartelkoning

Crex crex

 

<3

Kraanvogel

Grus grus

 

10>

Bontbekplevier

Chlaradrius hiaticula

 

<5

Goudplevier

Pluvialis apricaria

 

gehoord

Kieviet

Vanellus vanellus

 

50>

Wulp

Numenius arquata

 

20>

Regenwulp

Numenius phaeopus

 

10>

Tureluur

Tringa totanus

 

gehoord

Dwergmeeuw

Larus minutus

 

>10

Kokmeeuw

Larus ridibundus

 

<5

Zilvermeeuw

Larus argentatus

 

<20

Grote mantelmeeuw

Larus marinus

 

<3

Visdief

Sterna hirondo

 

20>

Dwergstern

Sterna albifrons

 

<10

Houtduif

Columba palumbus

 

<10

Stadsduif

C. livia forma domestica

 

100> in Liepāja

Koekoek

Cuculus canorus

 

<5 gehoord

Gierzwaluw

Apus apus

 

50>

Grote bonte specht

Dendrocopus major

 

<5

Veldleeuwerik

Alauda arvensis

 

50>

Oeverzwaluw

Riparia riparia

 

50>

Boerenzwaluw

Hironda daurica

 

100>

Huiszwaluw

Delichon urbica

 

20>

Graspieper

Anthus pratensis

 

10>

Witte kwikstaart

Motacilla alba

 

10>

Gele kwikstaart

Motacilla flava

 

1 bij kudde

Winterkoning

Troglodytes troglodytes

 

<5

Roodborst

Erithacus rubecula

 

<5

Zwarte roodstaart

Phoenicurus ochruros

 

1 bij Bajāri

Paap

Saxicola rubetra

 

100>

Merel

Turdus merula

 

10>

Grote lijster

Turdus viscivorus

 

1 bij Šimji



Vogels in Letland juli 2006





Nederlandse naam

Wetenschappelijke naam

Letse naam

Bijzonderheden

Bosrietzanger

Acrocephalus palustris

 

Papemeer

Kleine karekiet

Acrocephalus scirpaceus

 

Papemeer

Spotvogel

Hippolais icterina

 

<5

Tuinfluiter

Sylvia borin

 

<5

Grasmus

Sylvia communis

 

<5

Zwartkop

Sylvia atricapilla

 

<5

Fluiter

Phylloscopus sibilatrix

 

<2

Fitis

Philloscopus trochilus

 

<2

Tjiftjaf

Philloscopus collybita

 

<10

Grauwe vliegenvanger

Musicapa striata

 

1 bij Šimji

Kleine vliegenvanger

Fidecula parva

 

1

Kuifmees

Parus cristatus

 

1

Koolmees

Parus caeruleus

 

<10

Zwarte mees

Paris ater

 

1

Boomklever

Sitta europea

 

1

Grauwe klauwier

Lanius collurio

 

10>

Klapekster

Lanius excubitor

 

1

Spreeuw

Sturnus vulgaris

 

30>

Wielewaal

Oriolus oriolus

 

<10

Gaai

Garrulus glandarius

 

1

Ekster

Pica pica

 

10>

Raaf

Corvus corax

 

20>

Bonte kraai

Corvus corone cornix

 

<10

Huismus

Passer domesticus

 

50>

Vink

Fringilla coelebs

 

<10

Groenling

Carduelis chloris

 

<5

Putter

Carduelis carduelis

 

<5

Kneu

Carduelis cannabina

 

<3

Roodmus

Carpodacus erythrinus

 

1

Geelgors

Emberiza citrinella

 

50>

Ortolaan

Emberiza hortulana

 

2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 





11 augustus 2006 Tinus Knegt















22