Reis Hongarije 2013 3 jumi - 12 juni

Dit verslagje is verlucht met foto's. Een wat grotere verzameling van onze foto's (237) is te bekijken
ofwel via indexbladen rustig één voor één ofwel als een lopende voorstelling waarbij de foto's worden getoond in een venster ter grootte van pixels en seconden blijven staan.
Misschien is een oneindige show van foto's in willekeurige volgorde leuk.

De vogelgeluiden zijn fragmenten van CD's van Jean C Roché en Andreas Schulze,
de krekelgeluiden zijn van Boudewijn Odé


Deelnemers:
Arend en Adriana, Kriek en Fred, Jan en Willy, Nicolien en Rudi (ik), Frans en Hanneke, Aletta, Jos.
Reisleider:
Mátyás Alex
Cheuffeur:
Ferenc

ma 03 juni heenreis

De reis met bus-trein-bus verloopt voorspoedig, en gezellig want op station Utrecht komen we Jos tegen. We zijn om 11.00 op vliegveld Rotterdam. De veiligheidscontroleur herkent Nicolien's telescoop op zijn scherm en haalt de tas nog een keer extra door de scanner omdat hij het statief mist. Hij vond het achteraf wel logisch toen we hem vertelden dat het statief in de koffer zat. Heel anders dan de vorige keer op Schiphol waar de controleur de telescoop wilde openschroeven omdat hij dacht dat het een buis met gevaarlijke inhoud was, maar de telescoop kan niet open. Onder het koffiedrinken wordt er omgeroepen dat onze vlucht 10 minuten vertraging heeft. Dat is niet erg en bovendien halen we het weer in met wind mee.

Alex mist ons op vliegveld Budapest omdat hij Adriana en Arend verwachtte te zien in de stroom aankomers. Maar die waren al 2 dagen in Budapest en stonden ons in de hal op te wachten. Wij gaan naar het hotel waar Alex even later ook aankomt. Na inchecken en opfrissen gaan we met tram en metro de stad in waar Alex ons enkele mooie plekken en bouwstijlen toont. De laatste is een prachtige drinkzaal (thee, koffie, bier, wijn) met spiegels en schilderingen op muren en plafonds, nogal arkadische romantische schilderingen zitten er bij, waar we wat drinken. Daarna naar het restaurant voor het diner, gulyasz vooraf, dan eendenborst, en crême brulée toe Daarna de vaartocht op de Donau, verlichte bruggen en burchten en monumenten. Het is een mooi gezicht, zeker de moeite waard. Er is uitleg via een koptelefoon met keuze uit verschillende talen waaronder Nederlands.

De rivierstroming is erg sterk. In Z Duitsland is veel regen gevallen, en er zijn overstromingen van Rijn en Elbe en Donau. De echte golf zal over een paar dagen Budapest bereiken. Vanavond is waarschijnlijk de laatste boottocht, morgen is de kade vermoedelijk niet meer goed bruikbaar.


di 04 juni Budapest en opera

Ontbijt is mogelijk vanaf 06.30, wij beginnen om 07.30, er is erg veel keuze. Om 08.45 gaan we met tram en metro naar de Buda-zijde van de stad. Alex wandelt met ons langs vele kerken, monumenten en uitzichtpunten en historische plaaatsen. De Matyáskerk bij het vissersbastion is ondanks de bouwsteigers en houten schotten wegens restauratiewerkzaamheden een mooie indrukwekkende kerk.

Hij vertelt over de Hongaarse geschiedenis. Koning Stefan die het christendom aanvaardde. En Mátiás Corvinus die de Ottomanen tegenhield. De verovering van het gebied door de 7 magyarenstammen met hoofdman (koning?) Arpad op de Slavische volken die daar woonden (waar zijn de Hunnen gebleven die daar in de vierde eeuw heer en meester waren?) Om 14.00 worden we vrijgelaten bij de Grote Markt. Het is een grote markthal met veel kramen, groenten fruit vlees en ook veel kleding en snuisterijen. Enn veel leuke kraampjes met zeer smakelijk en goedkoop eten waar we tegen die tijd wel beheofte aan hebben. Terug naar hotel.

Om 16.30 vertrekken we naar de opera (Hunyadi László van Erkel Ferenc). Alex heeft gemeld dat het een middagvoorstelling is ook gericht op schooljeugd en nette costuums niet verwacht worden. Maar Kriek heeft er een mooie jurk voor aangetrokken, Adriana heeft een mooie sjaal omgeslagen. Maar de anderen hebben zich beperkt tot het thuislaten van de zware wandelschoenen. We zien inderdaad schooljeugd in spijkerbroek en T-shirts maar ook heren en dames in mooie pakken en jurken. Aankleden voor de opera geeft toch wel cachet aan de belevenis.
De voorstelling begint met een (voor mij) onduidelijke pantomime met veel heren in zwarte 2-delige pakken en stropdas en koffertjes. Op de achtergrond beeldprojectie van een venijnige vogelkop. Ik dacht eerst aan de mythische valk (of gier) die de Magyaren begeleidde op hun tocht naar het Karpatenbekken, maar toen er ook vliegbeelden geprojecteerd werden bleken het duidelijke raven met een wigvormige staart. Natuurlijk, de raaf is het wapensymbool van de Hunyadifamilie (Mátiás Corvinus). Maar dan wordt het toch een echte opera met een paar mooie aria's en een prachtig duet van tenor en mezzosopraan (László en Maria). Maar het verhaal is erg moeilijk te volgen als je niets verstaat.
Om 20.00 diner: broodsoep, tsander (zoetwatervis) en palacinka met chocoladesaus die brandend op tafel komt. Ik had niet veel honger meer na de smakelijke hap om 15.00 in de Grote Markt.


wo 05 juni naar Eger

0m 08.15 zouden we vertrekken maar om 08.30 komt Alex vertellen dat het busje niet bij de hoteldeur kan komen. De Donaukade is afgesloten wegens de hoge waterstand en nu staan er files in de stad. Maar 200 meter lopen van hotel naar waar het busje wel kon parkeren is geen probleem. Onze chauffeur heet Ferenc (Hongaars voor Frans), afgekort Ferry.
We maken een korte stop op het Heldenplein en horen het verhaal van de zeven Hongaarse ruiterstammen (rovers) die het Karpatenbekken op de Slavische bewoners veroverden. Koning Stefan bekeerde zich tot het christendom en stichtte het Hongaarse koninkrijk. Veel hadden we gisteren al gehoord, en op Wikipedia is ook een boel te vinden.
We rijden noord-oost en stoppen om Hollókö te bekijken, een mooi oud dorpje dat op de werelderfgoedlijst staat. We drinken er koffie en nemen wat later een kleine lunch. Sommigen wandelen de heuvel op om de ruïne van de burcht te bekijken. Dan rijden we weer terug naar de hoofdweg. We stoppen even om het beeldje van de raaf, symbool van de Hunyadifamilie, te fotograferen. Het is niet echt een duidelijke raaf, de staart klopt niet.

We beginnen aan een wandeling in het Mátra gebergte door het bos naar beneden. Het is een moeilijk pad, steile stukken en stenig en soms modderig. Hanneke haakt af na het eerste stuk en loopt met Frans verder langs de asfaltweg die we net oversteken. Arend heeft een kaart en loopt met ze mee.

Wij komen langs modderige stukken (stukgereden door bosbouwvoertuigen). Ook zijn er prachtige open plekken met bronkwel en beginnende en weer verdwijnende beekjes. Vele prachtige plantjes, een aantal zijn ons vooralsnog onbekend. Foto's gemaakt die we later nog eens goed moeten bekijken. Als de zon even doorbreekt barsten de boomkrekels in de bosrandjes los, wij schieten hier niet op. Nicolien en ik zijn de laatsten.
Dan halen we Willy en Aletta in die stil staan bij Fred die gevallen is. Fred heeft plotseling last met zijn benen. Hij heeft geen controle meer over zijn knieën, krijgt dan evenwichtproblemen en valt achterover. Het is heel vreemd. Nicolien leent hem haar wandelstok, maar dat is niet voldoende. Hij moet daadwerkelijk ondersteund worden, en dat is erg lastig op een smal glibberig nat paadje. We zeulen zo'n 2 kilometer in ongeveer anderhalf uur. Na elke 200-300 meter moet Fred een paar minuten gaan zitten om niet te vallen. We zouden om ongeveer 17.00 beneden aankomen, maar om die tijd zitten we nog midden in het bos zonder een idee te hebben hoe ver het nog is. Leve de mobieltjes, ik bel Adriana om te vertellen dat we de planning niet gaan halen. Willy loopt vooruit om te gaan zien hoe ver het nog is, en dan komt Arend ons tegemoet, het is dus niet meer zo erg ver. En dan komen ook Ferenc en Jos het pad op. Met die hulp komen we de laatste halve kilometer door. De aankomst in Eger is 2.5 uur later dan gepland, geen stadsrondgang vanavond.
We zitten in een 4-sterrenhotel, maar het zijn kleine kamers, nauwelijks ruimte voor bagage. En de badkamer (met WC) heeft een deur van zeer doorzichtig glas, uiterst merkwaardig. Het restaurant van het hotel heeft wel wat allure, en we krijgen bij het diner drie wijnen te proeven die worden ingeschonken met die lange hevel, de wijndief. De eerste is een witte frisse wijn, vriendelijk en toch pittig, ik versta als naam "Erbauer Magdelein" (Alex praat Duits). Zou dat de Egri olaszriesling zijn? De tweede wijn kan ik me niet meer herinneren, en de derde is het beroemde stierenbloed. Gelukkig staan er ook karaffen water op tafel om de dorst te lessen, daar is wijn niet zo geschikt voor. Op onze kamer horen we kikkers door de open balkondeur, zeer rustgevend vind ik. En 's ochtends de merel en groenling en vink.


do 06 juni Bükkgebergte - wandelen en forellen roosteren

We vertrekken om 09.00 met het busje naar het Bükkgebergte. Aletta gaat niet mee, zij gaat de stad Eger in. We komen tegen 10.30 aan in Szilvásvárad en wandelen naar het stationnetje van de smalspoorbaan. Het ziet er heel toeristisch uit met veel eet-drink gelegenheden. We kunnen kiezen of we met de trein naar boven gaan of wandelen. Vier mensen kiezen voor het treintje: Hanneke, Fred, Nicolien en ik. Alex en Ferenc treinen ook. Er gaat net een treintje weg vol met schoolkinderen, de volgende trein zal pas om 12.00 gaan, maar misschien zal er om 11.30 een extra treintje rijden omdat er een grote groep verwacht wordt, maar dat is niet zeker. Eerst gaan we koffie drinken, het is Alex inmiddels duidelijk dat dat een Nederlandse verslaving is. Het is nu nog vrij rustig, dus koffie drinken gaat snel, en dat is maar goed ook want het extra treintje rijdt inderdaad en we kunnen mee. De wandelaars zien we vanuit de trein lopen.

Boven is het inderdaad erg mooi maar vrij druk, erg veel kinderen, het is schoolreisjestijd. Het is pas 11.45 en vis roosteren begint om 13.00 dus hebben wij treinreizigers tijd voor een wandeling naar boven het mooie bos in. Het is een mooi hellingbos met een rivier en veel stroompjes die enkele meertjes of vijvers op verschillende hoogten voeden, we zien grote gele kwikstaart en withalsvliegenvanger, we horen de geelgors.
Het roosteren is fors aangepakt. Er is een grote stenen trog vol met gloeiende kolen en er staan een paar tafels met daarop de glaasjes szilva palinka, er groeien veel pruimenbomen in dit gebied. We krijgen een stok met een forel erop geprikt en een stok met een blok spek. We moeten het spek verhitten en laten druipen op de vis terwijl we die roosteren. Het gaat vrij snel. Dan wordt de vis, en het spek met wat sla voor ons op een bord geschikt en kunnen we aam tafel gaan zitten. Er is natuurlijk ook brood. De wijn wordt weer met die lange wijndief in de glazen geschonken. Het gaat regenen tijdens het eten maar mijn tafel staat droog onder een boom. We merken de regen pas op als aan de andere tafel poncho's worden aangetrokken. Er is wat gedonder in verte, maar hier stelt het weinig voor en is de bui snel over.

Nicolien en ik voegen ons bij de wandelaars om naar beneden te gaan. Het is een rustige wandeling over een asfaltweg, maar wel door dat mooie bos. We zien weer een grote gele kwikstaart en een withalsvliegenvanger, en de vijvers waarin de forel gekweekt wordt.

Op de terugweg naar Eger rijden we langs Bélapátfalva om in het nu miezerige weer de kerk te bekijken die is overgebleven van de cisterciënser abdij.
In Eger vertelt Aletta dat zij noodweer heeft gehad (die donder die we in verte hoorden tijdens het forel roosteren), stortregen en hagel. Die onweersbuien zijn erg plaatselijk, wij hadden wat gemiezer. Wij krijgen nu de stadsrondgang in Eger die gisteravond moest vervallen. Alex toont ons de fraaie middeleeuwse binnenstad en burcht en gebouwen die door bestuurders en rijke lieden in de eeuwen daarna zijn neergezet. Een echt diner hebben we niet nodig, maar terwijl Nicolien en ik met Adriana en Arend op zoek gaan naar de ABC supermarkt om wijn en palinka te kopen bestellen de anderen een salade in de oude binnenstad. De supermarkt sloot om 19.00, maar er zijn nog tafeltjes vrij naast onze reisgenoten die de salades genieten. Een glas bier is best lekker voordat we in ons hotel gaan slapen.


vr 07 juni Kesznyéten en Tokaj

Vertrek 08.15. We gaan vandaag wandelen in een natuurreservaat bij Kesznyéten waar oude rassen landbouwdieren gehouden worden. Het bezoekerscentrum en de stallen worden grotendeels onderhouden door vrijwilligers. We drinken koffie in een klein dorpscafé waar een dame van die vrijwilligersvereniging ons ontmoet. Ze begeleidt ons naar het bezoekerscentrum waat de dieren in de wei lopen, of in de modder staan, eigen keus. Het zijn mooie runderen met grote horens. Er loopt ook een kleine groep paarden waarvan de meesten ook de voorkeur geven aan het modderige stuk, alleen om te grazen wandelen er een paar het grasland op. De wolharige varkens staan binnen in stalruimtes. Ik heb een half jaar geleden gehoord dat een groep van deze wolharige varkens vanuit Hongarije naar de Flevopolder is gehaald om de reuzeberenklauw te bestrijden. Ze lijken de enige dieren te zijn die dat kunnen eten.

Voorbij de stallen zien we bijeneters op een mesthoop. We wandelen verder het gebied in, het is mooi grasland met wat ruigtes. We zien bruine kiekendief, gele kwikstaart, grauwe gors, zilverreigers. En we horen kwartels, wielewaal, roodbuikvuurpadjes. En het is prachtig weer geworden. Het is moeilijk om hier weer weg te gaan, maar we houden ons keurig aan het tijdschema.

We lunchen in Tokaj. Alex had als voorgerecht sla met ganzen1ever besteld maar bemerkt dat het enthousiasme voor deze delicatesse matig is. De helft van ons verkiest de vegetarische salade, maar sommige proeven toch een hapje ganzeleverpastei. Ik vind het wel lekker maar niet echt bijzonder. Als hoofdgerecht vissoep met brood en het desert is palacinka met kersensaus en zureroomvulling. Na de lunch hebben we genoeg voedsel binnen om een wijnproeverij te doorstaan. Terwijl we teruglopen naar de bus om naar de wijnkelder aan de andere kant van de stad te gaan denkt Nicolien een zwarte ooievaar in de lucht te zien maaar heeft geen kijker bij zich.
In de gewelven van de wijnkelder is het 14ºC dus moeten we iets warms aantrekken. De wanden van de gewelven zijn bedekt met een laag schimmel, het lijkt wel mos. Ik weet niet of het de 'edele schimmel Botrytis cinerea' is. We proeven 6 verschillende Tokaj wijnen van de frisse furmint tot de zoete aszu 5 puutonyis. We horen dat die speciale zoete late druiven niet slechts 'trockenbeereauslese' zijn. Na de eerste septemberregens zijn ze opengebarsten en besmet met de speciale edele schimmel waarna de druiven weer genezen door de schimmelenzymen en zich in de volgende maanden die daar doorgaans warm en droog zijn tot die speciaal smakende zoete druiven ontwikkelen.
We rijden met de bus de stad weer in waar we Jan en Willy ontmoeten die geen belangstelling voor wijn hebben en wel voor stedenbouw. We krijgen weer een korte rondleiding vam Alex. Nu heeft Nicolien haar kijker wel bij zich en de grote vogel vliegt nog heen en weer, inderdaad een zwarte ooievaar. Het hotel in Balmazújváros aan de rand van de Hortobágypuszta is een 3-sterrenhotel, maar er mag wat onderhoud gepleegd worden.


za 08 juni Hortobágy visvijvers

Voor de niet-vogelaars is het een moeizaam begin, vertrek om 07.00 zonder ontbijt, alleen wat koffie vanaf 06.30 uit de automaat. We krijgen een ontbijtpakket mee. Vandaag nemen we statief en telescoop mee. Om 07.30 zijn we bij de visvijvers. Onze gids komt gelijk met ons aan. Zsolt is een enthousiaste jonge vent, uiteraard ook met kijker en telescoop.
Het is prachtig weer, vrijwel onbewolkt, het zal vandaag warm worden. We lopen over het spoorlijntje het gebied in, 1 nachtegaal per 50 meter. Links is de eerste vijver met een rietrand. Rechts is een ruigte en een brede sloot en het onverharde pad en weer andere vijvers. We zien geen hoge voedersilo's, kennelijk is hier geen visteelt meer maar het spoortje ziet er wel onderhouden uit. We horen een koor van kleine karekiet en rietzanger, rietgors, zwartkopje, wielewaal. Er vliegen kleine zilverreigers, ralreigers, een roerdomp. We horen de hoge piep van een buidelmees en kunnen met wat moeite een nestbuidel onderscheiden. Zsolt loopt stevig door naar een eerste uitkijkplatform. Prachtig uitzicht met veel verschillende reigers en eenden waarbij de zeldzame witoogeend (specialiteit van Hongarije). Het volgende platform geeft uitzicht op een oever met alle soorten reigers, maar het is wel ver aan de overkant van de plas. Volgens Zsolt zijn er ook wouwaapjes maar die zijn klein en we zien ze niet. Ook de koereiger zien we niet. In de plas drijven en duiken eenden en futen.

We lopen terug over het pad en zien mooi een baltsvluchtje van een rietzanger. We horen de wielewaal weer en de snor is nu veel luider. Vanaf het pad is een nest van de buidelmees heel mooi te zien. Het is nog niet helemaal af. En dan komt er een treintje met enkele toeristen langsrijden. Dus daarom wordt het spoor goed onderhouden.
Wij rijden naar een zandwandje met nesten van bijeneters en oeverzwaluwen. De bijeneters vliegen er wel maar in de nestgaten zien we alleen oeverzwaluwen in- en uitvliegen.
De lunch is in de czarda in Hortobágy, met een zigeunerorkestje, viool en cymbalon en contrabas. De bas heeft 4 snaren. In de meeste dansorkestjes is de bas zo zwaar bespannen dat er maar drie snaren op zitten om te voorkomen dat het bovenblad kraakt, dit is een restaurant- orkestje. Het orkestje speelt speciaal voor ons en hoewel er geen mansbakje is geven we ze toch een stapeltje forinten.
Zsolt blijft ook na de lunch bij ons en leidt ons rond in het gebied waar hij woont: we zien van dichtbij scharrelaars die helaas meteen wegvliegen als ik de deur openschuif, nogal dom. We maken een mooie wandeling door hoog gras. We nemen afscheid van Zsolt bij zijn woning. Als we terugrijden blijkt die troep schapen die we op de heenweg zagen een grote groep ooievaars te zijn. Wel zo leuk.
Het diner vanavond is een buffet in het hotel. We kunnen veel smakelijke gerechten kiezen en het buiten op het terras opeten. Het is een rustige geriefelijke avond met diverse zingende vogels en kwakende kikkers. En er zijn nog geen muggen.


zo 09 juni trappen en stadswandeling Szeged

Het is nog steeds mooi weer. Vertrek 08.00. Om 10.15 zijn we bij het trappencentrum. Eerst zien we een filmpje in het bezoekerscentrum, dan koffie. En dan wandelen. Binnen een omheining staan 3 trappen, eentje hinkt wat en de anderen zal ook wel wat mankeren. Ze zijn vanuit een lage toren mooi te zien. Ze blazen zich zich af en toe op. Er is een wandeling uitgezet door het mooie gebied, eerst zien we nog wat runderen en buffels. Net als in Kesznyéten en in Hortobágy zijn er hier ook oude landbouwrassen. Dan hebben we vanuit een hoge toren met frisse wind een prachtig uitzicht, en er zit een nachtegaal in de boom naast ons te zingen. In verte staan 3 zwarte ooievaars op het gras. Als we weggaan horen we torenvalken roepen en vliegen er 2 uit de boom naast de toren. Die hebben daar waarschijnlijk de hele tijd gezeten. We lopen de derde zijde van de rechhthoekige wandeling. Een zingende grasmus (nieuwe soort voor deze reis) markeert het rechtsaf voor de vierde zijde. Open grasvlakte vol met kuifleeuweriken.
We lunchen in Szarvas op een verrukkelijk pergola-beschaduwd terras naast de rivier, vissoep en gestoofde vis en vruchten toe. Dan gaan we naar een het arboretum. We wandelen daar zo'n anderhalf uur. Het is een mooi park. We voegen groene specht aan onze lijst toe, het was echt geen grijskopspecht. En een syrische bonte specht wilde ook niet lukken.

We rijden naar Szeged, onderweg zien we op draden veel kleine klapeksters en een paar grauwe klauwieren. Omdat de klapeksters ook bij de klauwieren horen besluit Nicolien dat we over de klauwierenallee rijden. Inchecken hotel, douche en dan stadswandelong van een uur. De stad is nieuw na een grote overstroming van de Tisza in 1879. Het is een mooie ruim opgezette stad geworden met mooie standbeelden en beeldgroepjes. De oudere gebouwen zijn Jugendstil. Als slot toont hij ons de Heldenpoort met bijzondere fresco’s van Vilmos Abba-Novák uit 1936/37. Een gedenkteken voor de slachtoffers van de eerste wereldoorlog dat tijdens het communistische regime met een pleisterlaag was afgedekt maar wat nu weer te zien is.


ma 10 juni Ópusztaszer en naar Villány

Vertrek 06.45 met ontbijtpakket. Er was een stevig onweer vannacht waar ik niks van heb gemerkt. We worden bij Ópusztaszer opgewacht door Tamás, jonge vent met baardje strohoed blote voeten in sandalen en een telescoop. We wandelen langs een bewoond ooievaarsnest (5 jongen vertelt Tamás maar we zien er maar 3). Prachtig gevarieerd landschap, en mooi weer hoewel we zich vormende onweersbuien zien. Kolonie half witvleugelstern en witwangstern. Er zijn tureluurs, knobbelzwanen, steltkluut, kwak, veel grauwe gorzen, af en toe horen we een wielewaal, en een keer zien we er zelfs een. De boeren hebben land nmoeten verkopen voor natuurreservaat en pachten nu stukken om vee te weiden.

Het is hier nu een prachtig gebied en met dit warme weer is er een continu concert van veldkrekels. In de verte horen we een roerdomp en we zien hem zelfs een paar keer vliegen. Jan is heel verwonderd over het geluid, "Is dat een vogel?". De scharrelaar kunnen we een paar keer zien. Een duinpieper zien we op 20 meter afstand in een struikje zitten. In de verte vliegt een grote valk, volgens Tamás een sakervalk maar dat kunnen wij niet onderscheiden, het zou ook een slechtvalk kunnen zijn. Uit de bosrand vliegen twee spechten met een krakerig geluid, dat moeten zo te horen syrische bonte spechten zijn, maar we zien ze van achter en het is niet zeker.
Tamás dirigeert telefonisch (toch handig die mobieltjes) de bus naar ons toe. Als we dan langzaam het gebied uitrijden ziet Nicolien 2 hoppen vlak voor de bus, die zitten daar voor Hanneke die zo graag hoppen wilde zien. En dan ook weer even een scharrelaar en een bijeneter zit op een paaltje. Ferenc rijdt heel langzaam vooruit terwijl hij foto's maakt met mijn camera. Het vertraagt de koffie enkele minuten.
Na de koffie gaan we naar een plek met een hoge uitkijktoren en zien zeearend en steltlopers. Aan een boom 30 meter van die toren vandaan hangt een grote nestkast waaruit Adriana een scharrelaar ziet komen. Zoals zij de vogel beschrijft moet het een scharrelaar geweest zijn. We blijven er op letten maar we zien hem niet terugkomen. We hebben een smakelijke lunch in een klein restaurant en nemen daarna afscheid van Tamás.
De volgende stop is de wijnstraat van Halós. Dat is een gedeelte van het dorp waar niemand woont, de huizen zijn allemaal wijnkelders. Er woont alleen maar wijn. En vandaag is er echt geen mens. Toch wel, er fietst een vrouw langs met een schoffel en een mandje. Alex had wat eigenaars verwacht aan te treffen zodat we in zo'n kelder een glaasje wijn konden proeven. We wandelen een heel eind langs al die kelderdeuren, het is een merkwaardig beeld. Nicolien en Aletta wandelen nog wat verder een wijngaard in en komen wat mensen tegen, die Duits praten. In de late middeleeuwen zijn hier veel Duitse immigranten binnengehaald, en ze praten nog steeds Duits. De straatnaambordjes zijn tweetalig. Wij lopen terug maar boven en drinken ons glaasje wijn in het "Donau Swäbische Gasthaus'. En terwijl we binnen zitten komt er een stevig onweer over, Nicolien en Aletta zijn net op tijd terug van hun extra wandelingetje.
We rijden verder naar het westen het tweerivierenland (tussen Donau en Tisza) uit. Als we op de brug over de Donau rijden zien we het water heel hoog staan, tot aan de takken van de bomen maar nog redelijk onder de kruin van de rivierdijk. We stoppen in Kakasd om ee kerkje in "organische bouwstijl" van Makovecz te bekijken. Het is inderdaad een bijzonder gebouw. Het heeft ook te maken met vluchtelingen uit Transylvanie toen dat definitief Roemeens werd. De vredesconferenties na de twee wereldoorlogen van de 20ste eeuw hebben veel invloed gehad in dit gebied.
Hotel Bock in Vilány is van buiten heel mooi. Binnen ook wel, maar niet praktisch, de Nederlandse brandweer zou de hotelvergunning blokkeren, maar ik zie hoe ik er in geval van nood uit kan komen. We krijgen een smakelijk diner waarbij we weer een aantal wijnen te proeven krijgen. Na het diner krijgen we een rondleiding door de kelders. Dit bedrijf is een wijnhuis, het hotel lijkt maar bijzaak. Het zijn zeer indrukwekkende kelders, mooie akoestiek ook.


di 11 juni Pécs

Om 08.45 rijden we met onze bus richting Pécs. We parkeren aan de rand van de stad bij de synagoge en wandelen naar het hoofdplein. Het is prachtig plein met kruidentuintjes, een mooie fontein en een watertrap en een ruiterstandbeeld van Máthiás Corvinus. Eerst gaan we met begeleiding van Tünde de vroeg-christelijke graven bekijken die inmiddels op de UN werelderfgoedlijst staan. Zij spreekt heel goed Nederlands, ze heeft enkele jaren in Maarssen gewoond. Het is zeer interessant, dateert uit 3de 4de eeuw dus lang voor de Hongaren kwamen. Dan wandelen in stad, voor wie wil met Alex langs mooie architectuur: kerken, raadhuis, de kerk die een moskee was. We wandelen daarna op eigen gelegenheid wat rond en consumeren ijsjes en drankjes en broodjes. Om 13.00 rijdt Ferenc voor de belangstellenden naar de porseleinfabriek Zsolnay waar inderdaad indrukwekkende stukken te bewonderen zijn, We zien ook dat schilderen en vormen snijden nog steeds handwerk is.

Om 15.00 verdelen we ons in weer andere groepen: 7 mensen wandelen 300m door een bos omhoog naar televisietoren, 5 mensen verkiezen de stad. Het is een pittige wandeling. Als de laatsten (Nicolien, Aletta, Alex en ik) boven komen na 70 minuten klimmen treffen we alleen Arend aan. Jos, Jan en Willy zijn verdwenen. We trekken onze jas aan want er staat hier een stevige kille wind die onze bezwete ruggen onaangenaam afkoelt. Er zijn hier wat kiosken, maar alles is dicht. De verdwenen wandelaars blijken boven in de televisiemast te zitten. Er is daar een restaurant dat open is, al zijn wij de enige klanten. Wij gaan met de lift 70m omhoog, mooi uitzicht hoewel de ramen wel eens gepoetst mogen worden. Er zijn veel donkere buien, maar meestal ligy Pécs mooi in het zonlicht. Ferenc is met het busje bij de voet van de toren aangekomen en vraagt telefonisch waar we uithangen. Hij komt ook omhoog. We gaan in 2 ladingen met de lift omlaag en dan met het busje naar Pécs om de stadswandelaars op te halen.
Het diner is in een restaurant in het dorp, met danktoespraken en overhandigen van palinka en wijn aan Alex en Ferenc, en Adriana. Frans vertelt een sprookje in zeer gebrekkig Duits, en toch is het voor iedereen begrijpelijk. Toch mooi verteld dus.


wo 12 juni thuisreis


We vertrekken om 08.30. In Paks bewonderen we de prachtige kerk in organische architectuur van Makovecz. Eergisteren hadden we ook al een kerk van hem bekeken, We drinken hier koffie, met gebak deze keer. En dan rijden we naar vliegveld Budapest, via binnenwegen wegens een ongeluk op de ringbaan. We zijn wat laat op het vliegveld. Geen tijd meer voor winkelen. Maar met broodje kopen raken we ook wel wat forinthen kwijt.
We waren bang dat tijdens onze afwezigheid thuis de klimroos gebloeid zou hebben, maar die begon net. Dus hadden we een mooie reis in Hongarije EN het genieten thuis van de bloeiende rozen.>